Niederländisch
Detailübersetzungen für instaan voor (Niederländisch) ins Französisch
instaan voor:
-
instaan voor (garant staan; borg zijn)
garantir; se porter garant de; certifier; être garant que-
garantir Verb (garantis, garantit, garantissons, garantissez, garantissent, garantissais, garantissait, garantissions, garantissiez, garantissaient, garantîmes, garantîtes, garantirent, garantirai, garantiras, garantira, garantirons, garantirez, garantiront)
-
se porter garant de Verb
-
certifier Verb (certifie, certifies, certifions, certifiez, certifient, certifiais, certifiait, certifiions, certifiiez, certifiaient, certifiai, certifias, certifia, certifiâmes, certifiâtes, certifièrent, certifierai, certifieras, certifiera, certifierons, certifierez, certifieront)
-
être garant que Verb
-
-
instaan voor (garanderen; verzekeren; waarborgen; vast beloven)
garantir; assurer; rassurer; certifier; être garant de; se porter garant; ratifier; répondre pour; se porter caution pour-
garantir Verb (garantis, garantit, garantissons, garantissez, garantissent, garantissais, garantissait, garantissions, garantissiez, garantissaient, garantîmes, garantîtes, garantirent, garantirai, garantiras, garantira, garantirons, garantirez, garantiront)
-
assurer Verb (assure, assures, assurons, assurez, assurent, assurais, assurait, assurions, assuriez, assuraient, assurai, assuras, assura, assurâmes, assurâtes, assurèrent, assurerai, assureras, assurera, assurerons, assurerez, assureront)
-
rassurer Verb (rassure, rassures, rassurons, rassurez, rassurent, rassurais, rassurait, rassurions, rassuriez, rassuraient, rassurai, rassuras, rassura, rassurâmes, rassurâtes, rassurèrent, rassurerai, rassureras, rassurera, rassurerons, rassurerez, rassureront)
-
certifier Verb (certifie, certifies, certifions, certifiez, certifient, certifiais, certifiait, certifiions, certifiiez, certifiaient, certifiai, certifias, certifia, certifiâmes, certifiâtes, certifièrent, certifierai, certifieras, certifiera, certifierons, certifierez, certifieront)
-
être garant de Verb
-
se porter garant Verb
-
ratifier Verb (ratifie, ratifies, ratifions, ratifiez, ratifient, ratifiais, ratifiait, ratifiions, ratifiiez, ratifiaient, ratifiai, ratifias, ratifia, ratifiâmes, ratifiâtes, ratifièrent, ratifierai, ratifieras, ratifiera, ratifierons, ratifierez, ratifieront)
-
répondre pour Verb
-
Konjugationen für instaan voor:
o.t.t.
- sta in voor
- staat in voor
- staat in voor
- staan in voor
- staan in voor
- staan in voor
o.v.t.
- stond in voor
- stond in voor
- stond in voor
- stonden in voor
- stonden in voor
- stonden in voor
v.t.t.
- heb ingestaan voor
- hebt ingestaan voor
- heeft ingestaan voor
- hebben ingestaan voor
- hebben ingestaan voor
- hebben ingestaan voor
v.v.t.
- had ingestaan voor
- had ingestaan voor
- had ingestaan voor
- hadden ingestaan voor
- hadden ingestaan voor
- hadden ingestaan voor
o.t.t.t.
- zal instaan voor
- zult instaan voor
- zal instaan voor
- zullen instaan voor
- zullen instaan voor
- zullen instaan voor
o.v.t.t.
- zou instaan voor
- zou instaan voor
- zou instaan voor
- zouden instaan voor
- zouden instaan voor
- zouden instaan voor
diversen
- sta in voor!
- staat in voor!
- ingestaan voor
- instaand voor
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze