Niederländisch
Detailübersetzungen für ingehouden (Niederländisch) ins Französisch
ingehouden:
-
ingehouden (geremd)
Übersetzung Matrix für ingehouden:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
inhibé | geremd; ingehouden | bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen |
retenu | geremd; ingehouden | afgehouden; bescheiden; discreet; discrete; geheimzinnig; gematigd; gereserveerd; gesloten; getemperd; ingetogen; kies; koel; onbuigzaam; onverzettelijk; stemmig; stijfkoppig; stug; taai; terughoudend; terughoudende |
timide | geremd; ingehouden | bedeesd; beschroomd; bleu; schichtig; schrikachtig; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen; vreesachtig |
Wiktionary Übersetzungen für ingehouden:
ingehouden
adjective
-
Qui est circonspect, sage, modérer, réservé.
inhouden:
-
inhouden (behelzen)
-
inhouden (bevatten)
contenir; comporter; renfermer-
contenir Verb (contiens, contient, contenons, contenez, contiennent, contenais, contenait, contenions, conteniez, contenaient, contins, contint, contînmes, contîntes, continrent, contiendrai, contiendras, contiendra, contiendrons, contiendrez, contiendront)
-
comporter Verb (comporte, comportes, comportons, comportez, comportent, comportais, comportait, comportions, comportiez, comportaient, comportai, comportas, comporta, comportâmes, comportâtes, comportèrent, comporterai, comporteras, comportera, comporterons, comporterez, comporteront)
-
renfermer Verb (renferme, renfermes, renfermons, renfermez, renferment, renfermais, renfermait, renfermions, renfermiez, renfermaient, renfermai, renfermas, renferma, renfermâmes, renfermâtes, renfermèrent, renfermerai, renfermeras, renfermera, renfermerons, renfermerez, renfermeront)
-
-
inhouden (betekenen; neerkomen op)
signifier; vouloir dire-
signifier Verb (signifie, signifies, signifions, signifiez, signifient, signifiais, signifiait, signifiions, signifiiez, signifiaient, signifiai, signifias, signifia, signifiâmes, signifiâtes, signifièrent, signifierai, signifieras, signifiera, signifierons, signifierez, signifieront)
-
vouloir dire Verb
-
-
inhouden (in mindering brengen; verrekenen; aftrekken; afhouden)
déduire; décompter; retenir-
déduire Verb (déduis, déduit, déduisons, déduisez, déduisent, déduisais, déduisait, déduisions, déduisiez, déduisaient, déduisis, déduisit, déduisîmes, déduisîtes, déduisirent, déduirai, déduiras, déduira, déduirons, déduirez, déduiront)
-
décompter Verb (décompte, décomptes, décomptons, décomptez, décomptent, décomptais, décomptait, décomptions, décomptiez, décomptaient, décomptai, décomptas, décompta, décomptâmes, décomptâtes, décomptèrent, décompterai, décompteras, décomptera, décompterons, décompterez, décompteront)
-
retenir Verb (retiens, retient, retenons, retenez, retiennent, retenais, retenait, retenions, reteniez, retenaient, retins, retint, retînmes, retîntes, retinrent, retiendrai, retiendras, retiendra, retiendrons, retiendrez, retiendront)
-
-
inhouden (rustig blijven; inslikken; beheersen)
-
inhouden (geen afstand doen van; houden; achterhouden)
retenir; garder-
retenir Verb (retiens, retient, retenons, retenez, retiennent, retenais, retenait, retenions, reteniez, retenaient, retins, retint, retînmes, retîntes, retinrent, retiendrai, retiendras, retiendra, retiendrons, retiendrez, retiendront)
-
garder Verb (garde, gardes, gardons, gardez, gardent, gardais, gardait, gardions, gardiez, gardaient, gardai, gardas, garda, gardâmes, gardâtes, gardèrent, garderai, garderas, gardera, garderons, garderez, garderont)
-
-
inhouden (blijven staan; stoppen; stilstaan; stilhouden)
se taire; retenir; se retenir; faire halte; se contenir; ne plus bouger; rester à sa place; rester immobile; se tenir tranquille; s'arrêter-
se taire Verb
-
retenir Verb (retiens, retient, retenons, retenez, retiennent, retenais, retenait, retenions, reteniez, retenaient, retins, retint, retînmes, retîntes, retinrent, retiendrai, retiendras, retiendra, retiendrons, retiendrez, retiendront)
-
se retenir Verb
-
faire halte Verb
-
se contenir Verb
-
ne plus bouger Verb
-
rester à sa place Verb
-
rester immobile Verb
-
se tenir tranquille Verb
-
s'arrêter Verb
-
Konjugationen für inhouden:
o.t.t.
- houd in
- houdt in
- houdt in
- houden in
- houden in
- houden in
o.v.t.
- hield in
- hield in
- hield in
- hielden in
- hielden in
- hielden in
v.t.t.
- heb ingehouden
- hebt ingehouden
- heeft ingehouden
- hebben ingehouden
- hebben ingehouden
- hebben ingehouden
v.v.t.
- had ingehouden
- had ingehouden
- had ingehouden
- hadden ingehouden
- hadden ingehouden
- hadden ingehouden
o.t.t.t.
- zal inhouden
- zult inhouden
- zal inhouden
- zullen inhouden
- zullen inhouden
- zullen inhouden
o.v.t.t.
- zou inhouden
- zou inhouden
- zou inhouden
- zouden inhouden
- zouden inhouden
- zouden inhouden
en verder
- ben ingehouden
- bent ingehouden
- is ingehouden
- zijn ingehouden
- zijn ingehouden
- zijn ingehouden
diversen
- houd in!
- houdt in!
- ingehouden
- inhoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für inhouden:
Synonyms for "inhouden":
Antonyme für "inhouden":
Verwandte Definitionen für "inhouden":
Computerübersetzung von Drittern: