Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. ineensluitend:
  2. ineensluiten:


Niederländisch

Detailübersetzungen für ineensluitend (Niederländisch) ins Französisch

ineensluitend:

ineensluitend Adjektiv

  1. ineensluitend
    emboîté

Übersetzung Matrix für ineensluitend:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
emboîté ineensluitend

ineensluitend form of ineensluiten:

ineensluiten Verb (sluit ineen, sloot ineen, sloten ineen, ineengesloten)

  1. ineensluiten

Konjugationen für ineensluiten:

o.t.t.
  1. sluit ineen
  2. sluit ineen
  3. sluit ineen
  4. sluiten ineen
  5. sluiten ineen
  6. sluiten ineen
o.v.t.
  1. sloot ineen
  2. sloot ineen
  3. sloot ineen
  4. sloten ineen
  5. sloten ineen
  6. sloten ineen
v.t.t.
  1. heb ineengesloten
  2. hebt ineengesloten
  3. heeft ineengesloten
  4. hebben ineengesloten
  5. hebben ineengesloten
  6. hebben ineengesloten
v.v.t.
  1. had ineengesloten
  2. had ineengesloten
  3. had ineengesloten
  4. hadden ineengesloten
  5. hadden ineengesloten
  6. hadden ineengesloten
o.t.t.t.
  1. zal ineensluiten
  2. zult ineensluiten
  3. zal ineensluiten
  4. zullen ineensluiten
  5. zullen ineensluiten
  6. zullen ineensluiten
o.v.t.t.
  1. zou ineensluiten
  2. zou ineensluiten
  3. zou ineensluiten
  4. zouden ineensluiten
  5. zouden ineensluiten
  6. zouden ineensluiten
en verder
  1. is ineengesloten
diversen
  1. sluit ineen!
  2. sluit ineen!
  3. ineengesloten
  4. ineensluitend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für ineensluiten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
s'emboîter ineensluiten in elkaar grijpen; ineengrijpen; ineenschuiven
s'enclencher ineensluiten in elkaar grijpen; ineengrijpen