Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für incasseren (Niederländisch) ins Französisch
incasseren:
-
incasseren (iets verduren; opvangen)
-
incasseren (geld in ontvangst nemen; innen)
encaisser; percevoir; toucher-
encaisser Verb (encaisse, encaisses, encaissons, encaissez, encaissent, encaissais, encaissait, encaissions, encaissiez, encaissaient, encaissai, encaissas, encaissa, encaissâmes, encaissâtes, encaissèrent, encaisserai, encaisseras, encaissera, encaisserons, encaisserez, encaisseront)
-
percevoir Verb (perçois, perçoit, percevons, percevez, perçoivent, percevais, percevait, percevions, perceviez, percevaient, perçus, perçut, perçûmes, perçûtes, perçurent, percevrai, percevras, percevra, percevrons, percevrez, percevront)
-
toucher Verb (touche, touches, touchons, touchez, touchent, touchais, touchait, touchions, touchiez, touchaient, touchai, touchas, toucha, touchâmes, touchâtes, touchèrent, toucherai, toucheras, touchera, toucherons, toucherez, toucheront)
-
Konjugationen für incasseren:
o.t.t.
- incasseer
- incasseert
- incasseert
- incasseren
- incasseren
- incasseren
o.v.t.
- incasseerde
- incasseerde
- incasseerde
- incasseerden
- incasseerden
- incasseerden
v.t.t.
- heb geïncasseerd
- hebt geïncasseerd
- heeft geïncasseerd
- hebben geïncasseerd
- hebben geïncasseerd
- hebben geïncasseerd
v.v.t.
- had geïncasseerd
- had geïncasseerd
- had geïncasseerd
- hadden geïncasseerd
- hadden geïncasseerd
- hadden geïncasseerd
o.t.t.t.
- zal incasseren
- zult incasseren
- zal incasseren
- zullen incasseren
- zullen incasseren
- zullen incasseren
o.v.t.t.
- zou incasseren
- zou incasseren
- zou incasseren
- zouden incasseren
- zouden incasseren
- zouden incasseren
diversen
- incasseer!
- incasseert!
- geïncasseerd
- incasserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze