Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. hamster:
  2. hamsteren:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für hamster (Niederländisch) ins Französisch

hamster:

hamster [de ~] Nomen

  1. de hamster
    le cricet; l'hamster

Übersetzung Matrix für hamster:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
cricet hamster
hamster hamster

Verwandte Wörter für "hamster":


Wiktionary Übersetzungen für hamster:

hamster
noun
  1. Cricetus cricetus, klein knaagdiertje dat als huisdier gehouden kan worden.
hamster
noun
  1. Une des espèces de petits rongeurs nocturnes de silhouette massive et d'aspect robuste, pourvus de bajoues.

Cross Translation:
FromToVia
hamster rat de blé; hamster hamster — small, short-tailed European rodent
hamster hamster HamsterZoologie: maus- (Zwerghamster) bis fast kaninchengroßes (Feldhamster), dämmerungsaktives Nagetier, mit dichtem Fell und kurzem bis stummelartigem Schwanz (Familie Cricetidae)

hamster form of hamsteren:

hamsteren Verb (hamster, hamstert, hamsterde, hamsterden, gehamsterd)

  1. hamsteren (oppotten; potten; opzij leggen)
    mettre de côté; stocker; entasser; amasser; faire des réserves; séparer; accaparer; isoler; mettre à l'écart
    • stocker Verb (stocke, stockes, stockons, stockez, )
    • entasser Verb (entasse, entasses, entassons, entassez, )
    • amasser Verb (amasse, amasses, amassons, amassez, )
    • séparer Verb (sépare, sépares, séparons, séparez, )
    • accaparer Verb (accapare, accapares, accaparons, accaparez, )
    • isoler Verb (isole, isoles, isolons, isolez, )

Konjugationen für hamsteren:

o.t.t.
  1. hamster
  2. hamstert
  3. hamstert
  4. hamsteren
  5. hamsteren
  6. hamsteren
o.v.t.
  1. hamsterde
  2. hamsterde
  3. hamsterde
  4. hamsterden
  5. hamsterden
  6. hamsterden
v.t.t.
  1. heb gehamsterd
  2. hebt gehamsterd
  3. heeft gehamsterd
  4. hebben gehamsterd
  5. hebben gehamsterd
  6. hebben gehamsterd
v.v.t.
  1. had gehamsterd
  2. had gehamsterd
  3. had gehamsterd
  4. hadden gehamsterd
  5. hadden gehamsterd
  6. hadden gehamsterd
o.t.t.t.
  1. zal hamsteren
  2. zult hamsteren
  3. zal hamsteren
  4. zullen hamsteren
  5. zullen hamsteren
  6. zullen hamsteren
o.v.t.t.
  1. zou hamsteren
  2. zou hamsteren
  3. zou hamsteren
  4. zouden hamsteren
  5. zouden hamsteren
  6. zouden hamsteren
en verder
  1. is gehamsterd
  2. zijn gehamsterd
diversen
  1. hamster!
  2. hamstert!
  3. gehamsterd
  4. hamsterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für hamsteren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
accaparer hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten inpakken; inpalmen; opkopen; overnemen
amasser hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten accumuleren; bijeen drommen; bijeenschrapen; bijeenzamelen; bijeenzoeken; hopen; inzamelen; op bankrekening zetten; op elkaar stapelen; op elkaar zetten; opeenhopen; oppakken; oppikken; oppotten; oprapen; opsnappen; opstapelen; sparen; stapelen; vergaren; verzamelen
entasser hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten accumuleren; hopen; op elkaar stapelen; op elkaar zetten; opeenhopen; opstapelen; stapelen; zich ophopen; zich opstapelen
faire des réserves hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten
isoler hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten afdichten; afscheiden; afsplitsen; afzijdig stellen; afzonderen; apart zetten; dichten; isoleren; koudebestendig maken
mettre de côté hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten afzonderen; apart zetten; bewaren; isoleren; op bankrekening zetten; opbergen; opsparen; opzij leggen; opzijzetten; reserveren; sparen; voorbehouden; wegbergen; wegzetten
mettre à l'écart hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten afzonderen; apart zetten; eruit laten; isoleren; reserveren; voorbehouden
stocker hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten bergen; bewaren; deponeren; opruimen; opslaan
séparer hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten afbreken; afrukken; afscheiden; afscheuren; afsplijten; afsplitsen; afzonderen; apart zetten; breken; delen; doorzijgen; filteren; filtreren; isoleren; loskoppelen; neerhalen; omverhalen; opdelen; opsplitsen; ordenen; rangeren; scheiden; schiften; separeren; slopen; sorteren; splitsen; uit elkaar gaan; uit elkaar halen; uit elkaar plaatsen; uiteengaan; uiteenplaatsen; uiteenzetten; uitsplitsen; uitzoeken; van elkaar gaan; zeven; ziften

Verwandte Wörter für "hamsteren":


Wiktionary Übersetzungen für hamsteren:

hamsteren
verb
  1. een voorraad aanleggen bij voedselschaarste
hamsteren