Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. vlotten:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gevlot (Niederländisch) ins Französisch

vlotten:

vlotten Verb (vlot, vlotte, vlotten, gevlot)

  1. vlotten (gemakkelijk gaan)
  2. vlotten

Konjugationen für vlotten:

o.t.t.
  1. vlot
  2. vlot
  3. vlot
  4. vlotten
  5. vlotten
  6. vlotten
o.v.t.
  1. vlotte
  2. vlotte
  3. vlotte
  4. vlotten
  5. vlotten
  6. vlotten
v.t.t.
  1. heb gevlot
  2. hebt gevlot
  3. heeft gevlot
  4. hebben gevlot
  5. hebben gevlot
  6. hebben gevlot
v.v.t.
  1. had gevlot
  2. had gevlot
  3. had gevlot
  4. hadden gevlot
  5. hadden gevlot
  6. hadden gevlot
o.t.t.t.
  1. zal vlotten
  2. zult vlotten
  3. zal vlotten
  4. zullen vlotten
  5. zullen vlotten
  6. zullen vlotten
o.v.t.t.
  1. zou vlotten
  2. zou vlotten
  3. zou vlotten
  4. zouden vlotten
  5. zouden vlotten
  6. zouden vlotten
diversen
  1. vlot!
  2. vlot!
  3. gevlot
  4. vlottend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für vlotten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
flottage vlotten
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aller bien gemakkelijk gaan; vlotten bloeien; flatteren; floreren; goed gaan; goed lopen; goed staan; het goed maken; tot hoogconjunctuur komen
marcher bien gemakkelijk gaan; vlotten

Verwandte Wörter für "vlotten":