Niederländisch

Detailübersetzungen für getipt (Niederländisch) ins Französisch

getipt:

getipt Adjektiv

  1. getipt

Übersetzung Matrix für getipt:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
conseillé getipt

getipt form of tippen:

tippen Verb (tip, tipt, tipte, tipten, getipt)

  1. tippen (van iets in kennis stellen; informeren; op de hoogte brengen; )
    mettre au courant de; notifier; annoncer; inquiéter; faire connaître; porter à la connaissance de; mettre en garde contre; publier; s'annoncer
    • notifier Verb (notifie, notifies, notifions, notifiez, )
    • annoncer Verb (annonce, annonces, annonçons, annoncez, )
    • inquiéter Verb (inquiète, inquiètes, inquiétons, inquiétez, )
    • publier Verb (publie, publies, publions, publiez, )
    • s'annoncer Verb
  2. tippen (aanstippen; aantippen)
    marquer; cocher; marquer d'un trait; marquer d'un point
    • marquer Verb (marque, marques, marquons, marquez, )
    • cocher Verb (coche, coches, cochons, cochez, )

Konjugationen für tippen:

o.t.t.
  1. tip
  2. tipt
  3. tipt
  4. tippen
  5. tippen
  6. tippen
o.v.t.
  1. tipte
  2. tipte
  3. tipte
  4. tipten
  5. tipten
  6. tipten
v.t.t.
  1. heb getipt
  2. hebt getipt
  3. heeft getipt
  4. hebben getipt
  5. hebben getipt
  6. hebben getipt
v.v.t.
  1. had getipt
  2. had getipt
  3. had getipt
  4. hadden getipt
  5. hadden getipt
  6. hadden getipt
o.t.t.t.
  1. zal tippen
  2. zult tippen
  3. zal tippen
  4. zullen tippen
  5. zullen tippen
  6. zullen tippen
o.v.t.t.
  1. zou tippen
  2. zou tippen
  3. zou tippen
  4. zouden tippen
  5. zouden tippen
  6. zouden tippen
en verder
  1. ben getipt
  2. bent getipt
  3. is getipt
  4. zijn getipt
  5. zijn getipt
  6. zijn getipt
diversen
  1. tip!
  2. tipt!
  3. getipt
  4. tippend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für tippen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
marquer aanstrepen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
annoncer informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen aandienen; aankondigen; adverteren; afkondigen; aflezen; afroepen; annonceren; bekend maken; bekendmaken; berichten; decreteren; iets aankondigen; iets melden; in aantocht zijn; informeren; meedelen; melden; mening kenbaar maken; namen afroepen; nieuwsberichten omroepen; omroepen; openbaar maken; openbaren; oplezen; ordonneren; per advertentie aanbieden; per advertentie aankondigen; publiceren; rapporteren; uitbazuinen; uitbrengen; verkondigen; verordenen; verordineren; verslag uitbrengen; zich aandienen; zich voordoen
cocher aanstippen; aantippen; tippen aankruisen; aanstrepen; aantallen afstrepen; afvinken; merken; turven; vinken
faire connaître informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen berichten; iets melden; informeren; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen
inquiéter informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen alarmeren; beangstigen; benauwen; ontstellen; verontrusten
marquer aanstippen; aantippen; tippen aankruisen; aanstrepen; afbakenen; afpalen; aftekenen; afvinken; afzetten; begrenzen; bevestigen; branden; brandmerken; contrasteren; ergens aan bevestigen; inbranden; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; keurmerken; markeren; merken; omlijnen; stempel drukken op; taggen; typeren; van stigma's voorzien; vastmaken; vastzetten; vinken
marquer d'un point aanstippen; aantippen; tippen aanroeren; aanstippen; aanstrepen; afvinken; even aanraken; vinken
marquer d'un trait aanstippen; aantippen; tippen aanstrepen; afvinken; branden; brandmerken; inbranden; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; markeren; typeren; van stigma's voorzien; vinken
mettre au courant de informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen berichten; iets melden
mettre en garde contre informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen alarmeren; ontstellen; verontrusten
notifier informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen aanschrijven; aanzeggen; afkondigen; aflezen; afroepen; bekend maken; bekendmaken; iets aankondigen; kennis geven; konde doen; ontbieden; openbaar maken; oplezen; oproepen; sommeren
porter à la connaissance de informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen bewust maken; informeren; kennisgeven van; zeggen
publier informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen afkondigen; aflezen; afroepen; bekend maken; bekendmaken; lanceren; op de markt brengen; openbaar maken; openbaren; openen; openstellen; oplezen; posten; publiceren; toegankelijk maken; uitbrengen; uitgeven; vrijgeven
s'annoncer informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen

Verwandte Wörter für "tippen":