Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. stuwen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gestuwd (Niederländisch) ins Französisch

stuwen:

stuwen Verb (stuw, stuwt, stuwde, stuwden, gestuwd)

  1. stuwen (voortstuwen; vooruitduwen)
    pousser en avant; faire avancer; avancer; propulser
    • avancer Verb (avance, avances, avançons, avancez, )
    • propulser Verb (propulse, propulses, propulsons, propulsez, )
  2. stuwen (voortstuwen; opstuwen)
    pousser en avant; propulser
    • propulser Verb (propulse, propulses, propulsons, propulsez, )

Konjugationen für stuwen:

o.t.t.
  1. stuw
  2. stuwt
  3. stuwt
  4. stuwen
  5. stuwen
  6. stuwen
o.v.t.
  1. stuwde
  2. stuwde
  3. stuwde
  4. stuwden
  5. stuwden
  6. stuwden
v.t.t.
  1. heb gestuwd
  2. hebt gestuwd
  3. heeft gestuwd
  4. hebben gestuwd
  5. hebben gestuwd
  6. hebben gestuwd
v.v.t.
  1. had gestuwd
  2. had gestuwd
  3. had gestuwd
  4. hadden gestuwd
  5. hadden gestuwd
  6. hadden gestuwd
o.t.t.t.
  1. zal stuwen
  2. zult stuwen
  3. zal stuwen
  4. zullen stuwen
  5. zullen stuwen
  6. zullen stuwen
o.v.t.t.
  1. zou stuwen
  2. zou stuwen
  3. zou stuwen
  4. zouden stuwen
  5. zouden stuwen
  6. zouden stuwen
en verder
  1. ben gestuwd
  2. bent gestuwd
  3. is gestuwd
  4. zijn gestuwd
  5. zijn gestuwd
  6. zijn gestuwd
diversen
  1. stuw!
  2. stuwt!
  3. gestuwd
  4. stuwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für stuwen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avancer oprukken
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avancer stuwen; voortstuwen; vooruitduwen aandragen; aankaarten; aanknopen; aansnijden; aanvoeren; avanceren; beter worden; betogen; bevorderd worden; beweren; demonstreren; doorlopen; duwen; een stapje verder gaan; een voorstel doen; entameren; gaan; geld opleveren; gesprek aanknopen; hogerop komen; inbrengen; lopen; naar voren brengen; naar voren plaatsen; openen; opmarcheren; opperen; oprukken; opschuiven; opwerpen; poneren; pretenderen; progressie maken; stappen; starten; stellen; suggereren; te berde brengen; ter sprake brengen; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; verbeteren; verder komen; verder lopen; verdergaan; verklaren; vertolken; vervroegen; verwoorden; voorgeven; voorschieten; voorschuiven; voortbewegen; voortgaan; vooruitgang boeken; vooruitkomen; vooruitschuiven; vooruitstreven; voorwaarts treden; vorderen; vorderingen maken; vroeger uitvoeren dan gepland; zich opwerken; zich voortbewegen
faire avancer stuwen; voortstuwen; vooruitduwen voortbewegen; vooruitbrengen
pousser en avant opstuwen; stuwen; voortstuwen; vooruitduwen aanduwen; aanzetten; aanzwiepen; duwen; opdrijven; opschuiven; opzwepen; schuiven; sterk prikkelen; voorschuiven; voortdrijven; voortduwen; voortjagen; voortschuiven; vooruitduwen; vooruitschuiven; wegjagen
propulser opstuwen; stuwen; voortstuwen; vooruitduwen aanzetten; aanzwiepen; opdrijven; opzwepen; sterk prikkelen; voortbewegen; voortdrijven; voortjagen; vooruitschieten; wegjagen

Verwandte Wörter für "stuwen":


Wiktionary Übersetzungen für stuwen:

stuwen
Cross Translation:
FromToVia
stuwen pousser; mener treiben — dazu zwingen, sich in eine bestimmte Richtung zu bewegen