Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. gestapeld:
  2. stapelen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gestapeld (Niederländisch) ins Französisch

gestapeld:

gestapeld Adjektiv

  1. gestapeld
    entassé
  2. gestapeld
    empilé

Übersetzung Matrix für gestapeld:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
empilé gestapeld
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
entassé gestapeld

gestapeld form of stapelen:

stapelen Verb (stapel, stapelt, stapelde, stapelden, gestapeld)

  1. stapelen (op elkaar stapelen; opstapelen; opeenhopen; op elkaar zetten)
    accumuler; empiler; superposer; entasser; amonceler; amasser
    • accumuler Verb (accumule, accumules, accumulons, accumulez, )
    • empiler Verb (empile, empiles, empilons, empilez, )
    • superposer Verb (superpose, superposes, superposons, superposez, )
    • entasser Verb (entasse, entasses, entassons, entassez, )
    • amonceler Verb (amoncelle, amoncelles, amoncelons, amoncelez, )
    • amasser Verb (amasse, amasses, amassons, amassez, )

Konjugationen für stapelen:

o.t.t.
  1. stapel
  2. stapelt
  3. stapelt
  4. stapelen
  5. stapelen
  6. stapelen
o.v.t.
  1. stapelde
  2. stapelde
  3. stapelde
  4. stapelden
  5. stapelden
  6. stapelden
v.t.t.
  1. heb gestapeld
  2. hebt gestapeld
  3. heeft gestapeld
  4. hebben gestapeld
  5. hebben gestapeld
  6. hebben gestapeld
v.v.t.
  1. had gestapeld
  2. had gestapeld
  3. had gestapeld
  4. hadden gestapeld
  5. hadden gestapeld
  6. hadden gestapeld
o.t.t.t.
  1. zal stapelen
  2. zult stapelen
  3. zal stapelen
  4. zullen stapelen
  5. zullen stapelen
  6. zullen stapelen
o.v.t.t.
  1. zou stapelen
  2. zou stapelen
  3. zou stapelen
  4. zouden stapelen
  5. zouden stapelen
  6. zouden stapelen
en verder
  1. ben gestapeld
  2. bent gestapeld
  3. is gestapeld
  4. zijn gestapeld
  5. zijn gestapeld
  6. zijn gestapeld
diversen
  1. stapel!
  2. stapelt!
  3. gestapeld
  4. stapelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

stapelen [znw.] Nomen

  1. stapelen (ophopen)
    l'accumulation; l'entassement

Übersetzung Matrix für stapelen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
accumulation ophopen; stapelen accumulatie; bende; cumuleren; groep; hoop; massa; opeenhopen; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapelen; samenscholing; selectie; sortering; stapel; stel; troep; verzameling
entassement ophopen; stapelen accumulatie; bende; berg; cumuleren; hoop; massa; opeenhopen; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapelen; opstapeling; selectie; sortering; stagnatie; stapel; stapeling; stel; stilstand; stouwage; verzameling
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
accumuler op elkaar stapelen; op elkaar zetten; opeenhopen; opstapelen; stapelen aangroeien; accumuleren; hopen; op bankrekening zetten; opeenhopen; sparen; zich vermeerderen
amasser op elkaar stapelen; op elkaar zetten; opeenhopen; opstapelen; stapelen accumuleren; bijeen drommen; bijeenschrapen; bijeenzamelen; bijeenzoeken; hamsteren; hopen; inzamelen; op bankrekening zetten; opeenhopen; oppakken; oppikken; oppotten; oprapen; opsnappen; opzij leggen; potten; sparen; vergaren; verzamelen
amonceler op elkaar stapelen; op elkaar zetten; opeenhopen; opstapelen; stapelen accumuleren; hopen; opeenhopen
empiler op elkaar stapelen; op elkaar zetten; opeenhopen; opstapelen; stapelen accumuleren; hopen; opeenhopen; ophopen; opkroppen; opstapelen; zich ophopen; zich opstapelen
entasser op elkaar stapelen; op elkaar zetten; opeenhopen; opstapelen; stapelen accumuleren; hamsteren; hopen; opeenhopen; oppotten; opzij leggen; potten; zich ophopen; zich opstapelen
superposer op elkaar stapelen; op elkaar zetten; opeenhopen; opstapelen; stapelen accumuleren; hopen; opeenhopen; zich ophopen; zich opstapelen

Verwandte Wörter für "stapelen":


Wiktionary Übersetzungen für stapelen:

stapelen
Cross Translation:
FromToVia
stapelen emboîter nest — to successively place inside another
stapelen amonceler; empiler pile up — to form a pile etc.
stapelen empiler stack — To place objects or material in the form of a stack

Computerübersetzung von Drittern: