Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. geconverteerd:
  2. converteren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für geconverteerd (Niederländisch) ins Französisch

geconverteerd:

geconverteerd Adjektiv

  1. geconverteerd (omgezet)

Übersetzung Matrix für geconverteerd:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
converti en geconverteerd; omgezet

converteren:

converteren Verb (converteer, converteert, converteerde, converteerden, geconverteerd)

  1. converteren (omzetten; verwisselen)
    convertir; transformer; changer; modifier
    • convertir Verb (convertis, convertit, convertissons, convertissez, )
    • transformer Verb (transforme, transformes, transformons, transformez, )
    • changer Verb (change, changes, changeons, changez, )
    • modifier Verb (modifie, modifies, modifions, modifiez, )
  2. converteren
    convertir
    • convertir Verb (convertis, convertit, convertissons, convertissez, )

Konjugationen für converteren:

o.t.t.
  1. converteer
  2. converteert
  3. converteert
  4. converteren
  5. converteren
  6. converteren
o.v.t.
  1. converteerde
  2. converteerde
  3. converteerde
  4. converteerden
  5. converteerden
  6. converteerden
v.t.t.
  1. heb geconverteerd
  2. hebt geconverteerd
  3. heeft geconverteerd
  4. hebben geconverteerd
  5. hebben geconverteerd
  6. hebben geconverteerd
v.v.t.
  1. had geconverteerd
  2. had geconverteerd
  3. had geconverteerd
  4. hadden geconverteerd
  5. hadden geconverteerd
  6. hadden geconverteerd
o.t.t.t.
  1. zal converteren
  2. zult converteren
  3. zal converteren
  4. zullen converteren
  5. zullen converteren
  6. zullen converteren
o.v.t.t.
  1. zou converteren
  2. zou converteren
  3. zou converteren
  4. zouden converteren
  5. zouden converteren
  6. zouden converteren
en verder
  1. is geconverteerd
  2. zijn geconverteerd
diversen
  1. converteer!
  2. converteert!
  3. geconverteerd
  4. converterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für converteren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
changer converteren; omzetten; verwisselen aflossen; afwisselen; amenderen; doen buigen; door elkaar schudden; hernieuwen; herstellen; herzien; husselen; hutselen; inruilen; inwisselen; kenteren; modificeren; ombuigen; omruilen; omvormen; omwerken; omwisselen; overstappen; remplaceren; renoveren; reorganiseren; ruilen; uitwisselen; veranderen; verbeteren; vernieuwen; verruilen; vervangen; vervormen; verwisselen; wijzigen; wisselen
convertir converteren; omzetten; verwisselen bekeren; draaien; herbouwen; iets omdraaien; inruilen; kantelen; omkeren; omrekenen; opnieuw bouwen; reconstrueren; rollen; ronddraaien; roteren; verwerken; wentelen
modifier converteren; omzetten; verwisselen afwisselen; amenderen; bewerken; doen buigen; hervormen; herzien; modificeren; nuanceren; ombuigen; omruilen; omvormen; omwerken; omwisselen; reformeren; reorganiseren; ruilen; veranderen; vervormen; verwisselen; wijzigen; wisselen
transformer converteren; omzetten; verwisselen afwisselen; amenderen; draaien; een andere vorm geven; herleiden; herscheppen; hervormen; herzien; kantelen; modificeren; ombouwen; omruilen; omschakelen van stroom; omvormen; omwerken; omwisselen; reformeren; reorganiseren; rollen; ronddraaien; roteren; ruilen; terugvoeren; transformeren; veranderen; verbouwen; vertimmeren; vervormen; verwerken; verwisselen; wentelen; wijzigen; wisselen; woorden verdraaien
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
modifier wijzigen