Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. gebruis:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gebruis (Niederländisch) ins Französisch

gebruis:

gebruis [het ~] Nomen

  1. het gebruis (het bruisen)
    l'effervescence; le bouillonnement

Übersetzung Matrix für gebruis:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bouillonnement gebruis; het bruisen borrelen; bruisen; geborrel; gebubbel; gepruttel; gesputter; opbruising
effervescence gebruis; het bruisen agitatie; beroering; drukte; geraas; gewoel; gisting; heibel; heksenketel; lawaai; leven; ongedurigheid; onrust; opschudding; pandemonium; rumoer; tumult
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
effervescence hard; hardop; luid