Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. fluiten:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für floten (Niederländisch) ins Französisch

fluiten:

fluiten Verb (fluit, floot, floten, gefloten)

  1. fluiten (pijpen; blazen)
    jouer de la flûte; siffler; souffler
    • siffler Verb (siffle, siffles, sifflons, sifflez, )
    • souffler Verb (souffle, souffles, soufflons, soufflez, )

Konjugationen für fluiten:

o.t.t.
  1. fluit
  2. fluit
  3. fluit
  4. fluiten
  5. fluiten
  6. fluiten
o.v.t.
  1. floot
  2. floot
  3. floot
  4. floten
  5. floten
  6. floten
v.t.t.
  1. heb gefloten
  2. hebt gefloten
  3. heeft gefloten
  4. hebben gefloten
  5. hebben gefloten
  6. hebben gefloten
v.v.t.
  1. had gefloten
  2. had gefloten
  3. had gefloten
  4. hadden gefloten
  5. hadden gefloten
  6. hadden gefloten
o.t.t.t.
  1. zal fluiten
  2. zult fluiten
  3. zal fluiten
  4. zullen fluiten
  5. zullen fluiten
  6. zullen fluiten
o.v.t.t.
  1. zou fluiten
  2. zou fluiten
  3. zou fluiten
  4. zouden fluiten
  5. zouden fluiten
  6. zouden fluiten
diversen
  1. fluit!
  2. fluit!
  3. gefloten
  4. fluitend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für fluiten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
jouer de la flûte blazen; fluiten; pijpen
siffler blazen; fluiten; pijpen ruisen; zacht ruisen; zoeven
souffler blazen; fluiten; pijpen ademen; ademhalen; blazen; fluisteren; graaien; grijpen; grissen; hijgen; inademen; influisteren; ingeven; jatten; pikken; puffen; smiespelen; smoezen; snaaien; souffleren; toefluisteren; uitademen; uitblazen; voorzeggen; wegkapen

Verwandte Wörter für "fluiten":


Verwandte Definitionen für "fluiten":

  1. door blazen een geluid maken1
    • de vogels floten in de bomen1

Wiktionary Übersetzungen für fluiten:

fluiten
verb
  1. een fluit bespelen
fluiten
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens

Cross Translation:
FromToVia
fluiten siffler whistle — to produce a whistling sound