Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. doven:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für doofde (Niederländisch) ins Französisch

doofde form of doven:

doven Verb (doof, dooft, doofde, doofden, gedoofd)

  1. doven (smoren; uitblussen; uitdoven)
    éteindre; étuver; étouffer
    • éteindre Verb (éteins, éteint, éteignons, éteignez, )
    • étuver Verb (étuve, étuves, étuvons, étuvez, )
    • étouffer Verb (étouffe, étouffes, étouffons, étouffez, )
  2. doven (uitblussen; blussen; uitdoven)
    éteindre
    • éteindre Verb (éteins, éteint, éteignons, éteignez, )

Konjugationen für doven:

o.t.t.
  1. doof
  2. dooft
  3. dooft
  4. doven
  5. doven
  6. doven
o.v.t.
  1. doofde
  2. doofde
  3. doofde
  4. doofden
  5. doofden
  6. doofden
v.t.t.
  1. heb gedoofd
  2. hebt gedoofd
  3. heeft gedoofd
  4. hebben gedoofd
  5. hebben gedoofd
  6. hebben gedoofd
v.v.t.
  1. had gedoofd
  2. had gedoofd
  3. had gedoofd
  4. hadden gedoofd
  5. hadden gedoofd
  6. hadden gedoofd
o.t.t.t.
  1. zal doven
  2. zult doven
  3. zal doven
  4. zullen doven
  5. zullen doven
  6. zullen doven
o.v.t.t.
  1. zou doven
  2. zou doven
  3. zou doven
  4. zouden doven
  5. zouden doven
  6. zouden doven
en verder
  1. is gedoofd
  2. zijn gedoofd
diversen
  1. doof!
  2. dooft!
  3. gedoofd
  4. dovend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für doven:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
éteindre blussen; doven; smoren; uitblussen; uitdoven dof maken; leegknijpen; uitdoen; uitdraaien; uitdrukken; uitknijpen
étouffer doven; smoren; uitblussen; uitdoven afdempen; afdempen van geluid; beklemmen; benauwen; de kop indrukken; dempen; matigen; onderdrukken; op vuur pruttelen; pruttelen; smoren; stoffen; sudderen; temperen; verstikken; zich matigen
étuver doven; smoren; uitblussen; uitdoven

Verwandte Wörter für "doven":


Wiktionary Übersetzungen für doven:

doven
verb
  1. een vlam uit doen gaan
doven
Cross Translation:
FromToVia
doven éteindre extinguish — to put out, as in fire; to end burning; to quench
doven éteindre put out — extinguish