Niederländisch
Detailübersetzungen für discrimineren (Niederländisch) ins Französisch
discrimineren:
-
discrimineren (achterstellen)
discriminer; léser; faire tort à; désavantager; porter préjudice à-
discriminer Verb (discrimine, discrimines, discriminons, discriminez, discriminent, discriminais, discriminait, discriminions, discriminiez, discriminaient, discriminai, discriminas, discrimina, discriminâmes, discriminâtes, discriminèrent, discriminerai, discrimineras, discriminera, discriminerons, discriminerez, discrimineront)
-
léser Verb (lèse, lèses, lésons, lésez, lèsent, lésais, lésait, lésions, lésiez, lésaient, lésai, lésas, lésa, lésâmes, lésâtes, lésèrent, léserai, léseras, lésera, léserons, léserez, léseront)
-
faire tort à Verb
-
désavantager Verb (désavantage, désavantages, désavantageons, désavantagez, désavantagent, désavantageais, désavantageait, désavantagions, désavantagiez, désavantageaient, désavantageai, désavantageas, désavantagea, désavantageâmes, désavantageâtes, désavantagèrent, désavantagerai, désavantageras, désavantagera, désavantagerons, désavantagerez, désavantageront)
-
porter préjudice à Verb
-
Konjugationen für discrimineren:
o.t.t.
- discrimineer
- discrimineert
- discrimineert
- discrimineren
- discrimineren
- discrimineren
o.v.t.
- discrimineerde
- discrimineerde
- discrimineerde
- discrimineerden
- discrimineerden
- discrimineerden
v.t.t.
- heb gediscrimineerd
- hebt gediscrimineerd
- heeft gediscrimineerd
- hebben gediscrimineerd
- hebben gediscrimineerd
- hebben gediscrimineerd
v.v.t.
- had gediscrimineerd
- had gediscrimineerd
- had gediscrimineerd
- hadden gediscrimineerd
- hadden gediscrimineerd
- hadden gediscrimineerd
o.t.t.t.
- zal discrimineren
- zult discrimineren
- zal discrimineren
- zullen discrimineren
- zullen discrimineren
- zullen discrimineren
o.v.t.t.
- zou discrimineren
- zou discrimineren
- zou discrimineren
- zouden discrimineren
- zouden discrimineren
- zouden discrimineren
en verder
- ben gediscrimineerd
- bent gediscrimineerd
- is gediscrimineerd
- zijn gediscrimineerd
- zijn gediscrimineerd
- zijn gediscrimineerd
diversen
- discrimineer!
- discrimineert!
- gediscrimineerd
- discriminerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze