Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. dineren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für dineer (Niederländisch) ins Französisch

dineren:

dineren Verb (dineer, dineert, dineerde, dineerden, gedineerd)

  1. dineren (uitgebreid eten; tafelen)
    dîner; manger copieusement; déjeuner; manger; être à table; consommer
    • dîner Verb (dîne, dînes, dînons, dînez, )
    • déjeuner Verb (déjeune, déjeunes, déjeunons, déjeunez, )
    • manger Verb (mange, manges, mangeons, mangez, )
    • consommer Verb (consomme, consommes, consommons, consommez, )

Konjugationen für dineren:

o.t.t.
  1. dineer
  2. dineert
  3. dineert
  4. dineren
  5. dineren
  6. dineren
o.v.t.
  1. dineerde
  2. dineerde
  3. dineerde
  4. dineerden
  5. dineerden
  6. dineerden
v.t.t.
  1. heb gedineerd
  2. hebt gedineerd
  3. heeft gedineerd
  4. hebben gedineerd
  5. hebben gedineerd
  6. hebben gedineerd
v.v.t.
  1. had gedineerd
  2. had gedineerd
  3. had gedineerd
  4. hadden gedineerd
  5. hadden gedineerd
  6. hadden gedineerd
o.t.t.t.
  1. zal dineren
  2. zult dineren
  3. zal dineren
  4. zullen dineren
  5. zullen dineren
  6. zullen dineren
o.v.t.t.
  1. zou dineren
  2. zou dineren
  3. zou dineren
  4. zouden dineren
  5. zouden dineren
  6. zouden dineren
diversen
  1. dineer!
  2. dineert!
  3. gedineerd
  4. dinerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für dineren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
déjeuner koffiemaaltijd; lunch; lunchpakket; twaalfuurtje
dîner avondeten; avondmaal; avondmaaltijd; diner; feestdiner; souper
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
consommer dineren; tafelen; uitgebreid eten afdragen; bikken; bunkeren; consumeren; doorjagen; eten; gebruiken; kluiven; knauwen; laven; leegeten; lenigen; lessen; naar binnen werken; nuttigen; opeten; ophebben; opmaken; oppeuzelen; opvreten; schransen; schrokken; slijten; tegoed doen; tot zich nemen; uitgeven voor een maaltijd; verbruiken; verorberen; verslijten; verslinden; verteren; volvoeren; vreten; zitten proppen
déjeuner dineren; tafelen; uitgebreid eten consumeren; eten; gebruiken; laven; lenigen; lessen; lunchen; nuttigen; ontbijt eten; ontbijten; opeten; oppeuzelen; tegoed doen; tot zich nemen; verorberen
dîner dineren; tafelen; uitgebreid eten consumeren; eten; gebruiken; laven; lenigen; lessen; nuttigen; opeten; oppeuzelen; tegoed doen; tot zich nemen; verorberen
manger dineren; tafelen; uitgebreid eten bikken; consumeren; eten; gebruiken; kluiven; knauwen; laven; leegeten; lenigen; lessen; naar binnen werken; nuttigen; onfatsoenlijk eten; opeten; opgebruiken; opkrijgen; opmaken; oppeuzelen; opvreten; tegoed doen; tot zich nemen; verorberen; vreten
manger copieusement dineren; tafelen; uitgebreid eten
être à table dineren; tafelen; uitgebreid eten aanzitten
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
consommer verbruiken

Verwandte Wörter für "dineren":


Wiktionary Übersetzungen für dineren:

dineren
verb
  1. het diner gebruiken
dineren
Cross Translation:
FromToVia
dineren dîner dine — to eat; to eat dinner or supper
dineren déjeuner; [[prendre déjeuner]]; luncher lunch — to eat lunch

Computerübersetzung von Drittern: