Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. buitengesloten:
  2. buitensluiten:


Niederländisch

Detailübersetzungen für buitengesloten (Niederländisch) ins Französisch

buitengesloten:

buitengesloten Adjektiv

  1. buitengesloten

Übersetzung Matrix für buitengesloten:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
laissé dehors buitengesloten

buitengesloten form of buitensluiten:

buitensluiten Verb (sluit buiten, sloot buiten, sloten buiten, buitengesloten)

  1. buitensluiten (uitsluiten)
    exclure; repousser; excepter; chasser; éliminer; refuser la porte
    • exclure Verb (exclus, exclut, excluons, excluez, )
    • repousser Verb (repousse, repousses, repoussons, repoussez, )
    • excepter Verb (excepte, exceptes, exceptons, exceptez, )
    • chasser Verb (chasse, chasses, chassons, chassez, )
    • éliminer Verb (élimine, élimines, éliminons, éliminez, )

Konjugationen für buitensluiten:

o.t.t.
  1. sluit buiten
  2. sluit buiten
  3. sluit buiten
  4. sluiten buiten
  5. sluiten buiten
  6. sluiten buiten
o.v.t.
  1. sloot buiten
  2. sloot buiten
  3. sloot buiten
  4. sloten buiten
  5. sloten buiten
  6. sloten buiten
v.t.t.
  1. heb buitengesloten
  2. hebt buitengesloten
  3. heeft buitengesloten
  4. hebben buitengesloten
  5. hebben buitengesloten
  6. hebben buitengesloten
v.v.t.
  1. had buitengesloten
  2. had buitengesloten
  3. had buitengesloten
  4. hadden buitengesloten
  5. hadden buitengesloten
  6. hadden buitengesloten
o.t.t.t.
  1. zal buitensluiten
  2. zult buitensluiten
  3. zal buitensluiten
  4. zullen buitensluiten
  5. zullen buitensluiten
  6. zullen buitensluiten
o.v.t.t.
  1. zou buitensluiten
  2. zou buitensluiten
  3. zou buitensluiten
  4. zouden buitensluiten
  5. zouden buitensluiten
  6. zouden buitensluiten
en verder
  1. ben buitengesloten
  2. bent buitengesloten
  3. is buitengesloten
  4. zijn buitengesloten
  5. zijn buitengesloten
  6. zijn buitengesloten
diversen
  1. sluit buiten!
  2. sluit buiten!
  3. buitengesloten
  4. buitensluitend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für buitensluiten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
chasser buitensluiten; uitsluiten afhouden; afnemen; afzonderen; bannen; bezweren; ecarteren; jachten; lichten; opdrijven; ophitsen; opjagen; uitbannen; uitdrijven; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; voortjagen; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegjagen; wegnemen; wegwerken; weren
excepter buitensluiten; uitsluiten uitzonderen
exclure buitensluiten; uitsluiten diskwalificeren; iemand schrappen; royeren; uitgooien; uitsluiten; uitwerpen; uitzonderen
refuser la porte buitensluiten; uitsluiten
repousser buitensluiten; uitsluiten abstineren; afduwen; afhouden; afketsen; afkeuren; afnemen; afschepen; afschrikken; afslaan; afstemmen; afweren; afwijzen; afwimpelen; afzonderen; bang maken; bedanken; ecarteren; evacueren; laten passeren; leegruimen; lichten; onthouden; ontruimen; opduwen; opschorten; opschuiven; plaats maken; rekken; schuivend verplaatsen; terugdrijven; terugdringen; terughouden; terugwijzen; uitstellen; verdedigen; verplaatsen; verschrikken; verschuiven; versmaden; verstoten; vertragen; vervreemden; verweren; verwerpen; verwijderen; verzetten; voor zich uitschuiven; wegbrengen; wegdoen; wegdringen; wegdrukken; wegduwen; weghalen; wegnemen; wegschuiven; wegstemmen; wegsturen; wegwerken; weren
éliminer buitensluiten; uitsluiten verwaarlozen; wegcijferen