Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. brandmerk:
  2. brandmerken:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für brandmerk (Niederländisch) ins Französisch

brandmerk:

brandmerk [het ~] Nomen

  1. het brandmerk
    le stigmate

Übersetzung Matrix für brandmerk:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
stigmate brandmerk schandmerk; schandvlek; smet; stigma; wondteken van Christus

Verwandte Wörter für "brandmerk":


Wiktionary Übersetzungen für brandmerk:

brandmerk
Cross Translation:
FromToVia
brandmerk marque brand — mark made by burning
brandmerk marque MalZeichen, oft kurz für Merkmal

brandmerken:

brandmerken Verb (brandmerk, brandmerkt, brandmerkte, brandmerkten, gebrandmerkt)

  1. brandmerken (branden; markeren; inbranden; van stigma's voorzien)
    marquer; brûler; torréfier; incendier; distiller; stigmatiser; typer; munir de stigmates; marquer d'un trait
    • marquer Verb (marque, marques, marquons, marquez, )
    • brûler Verb (brûle, brûles, brûlons, brûlez, )
    • torréfier Verb (torréfie, torréfies, torréfions, torréfiez, )
    • incendier Verb (incendie, incendies, incendions, incendiez, )
    • distiller Verb (distille, distilles, distillons, distillez, )
    • stigmatiser Verb (stigmatise, stigmatises, stigmatisons, stigmatisez, )
    • typer Verb (type, types, typons, typez, )

Konjugationen für brandmerken:

o.t.t.
  1. brandmerk
  2. brandmerkt
  3. brandmerkt
  4. brandmerken
  5. brandmerken
  6. brandmerken
o.v.t.
  1. brandmerkte
  2. brandmerkte
  3. brandmerkte
  4. brandmerkten
  5. brandmerkten
  6. brandmerkten
v.t.t.
  1. heb gebrandmerkt
  2. hebt gebrandmerkt
  3. heeft gebrandmerkt
  4. hebben gebrandmerkt
  5. hebben gebrandmerkt
  6. hebben gebrandmerkt
v.v.t.
  1. had gebrandmerkt
  2. had gebrandmerkt
  3. had gebrandmerkt
  4. hadden gebrandmerkt
  5. hadden gebrandmerkt
  6. hadden gebrandmerkt
o.t.t.t.
  1. zal brandmerken
  2. zult brandmerken
  3. zal brandmerken
  4. zullen brandmerken
  5. zullen brandmerken
  6. zullen brandmerken
o.v.t.t.
  1. zou brandmerken
  2. zou brandmerken
  3. zou brandmerken
  4. zouden brandmerken
  5. zouden brandmerken
  6. zouden brandmerken
en verder
  1. ben gebrandmerkt
  2. bent gebrandmerkt
  3. is gebrandmerkt
  4. zijn gebrandmerkt
  5. zijn gebrandmerkt
  6. zijn gebrandmerkt
diversen
  1. brandmerk!
  2. brandmerkt!
  3. gebrandmerkt
  4. brandmerkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für brandmerken:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
brûler verbranden
marquer aanstrepen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
brûler branden; brandmerken; inbranden; markeren; van stigma's voorzien aanbranden; aanmaken; blakeren; branden; cremeren; laaien; licht aansteken; ontsteken; opbranden; opgebruiken; opkrijgen; opmaken; schroeien; uitbranden; verassen; verbranden; verschroeien; verzengen; zengen
distiller branden; brandmerken; inbranden; markeren; van stigma's voorzien distilleren; stoken
incendier branden; brandmerken; inbranden; markeren; van stigma's voorzien afbranden; cremeren; leegbranden; platbranden; uitbranden; uitfoeteren; uitkafferen; uitschelden; uitvloeken; verassen; verbranden
marquer branden; brandmerken; inbranden; markeren; van stigma's voorzien aankruisen; aanstippen; aanstrepen; aantippen; afbakenen; afpalen; aftekenen; afvinken; afzetten; begrenzen; bevestigen; contrasteren; ergens aan bevestigen; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; keurmerken; markeren; merken; omlijnen; stempel drukken op; taggen; tippen; typeren; vastmaken; vastzetten; vinken
marquer d'un trait branden; brandmerken; inbranden; markeren; van stigma's voorzien aanstippen; aanstrepen; aantippen; afvinken; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tippen; typeren; vinken
munir de stigmates branden; brandmerken; inbranden; markeren; van stigma's voorzien
stigmatiser branden; brandmerken; inbranden; markeren; van stigma's voorzien schandmerken; stigmatiseren
torréfier branden; brandmerken; inbranden; markeren; van stigma's voorzien
typer branden; brandmerken; inbranden; markeren; van stigma's voorzien karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren

Verwandte Wörter für "brandmerken":


Wiktionary Übersetzungen für brandmerken:


Cross Translation:
FromToVia
brandmerken marquer brand — mark with proof of ownership