Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. beknoptheid:
  2. beknopt:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für beknoptheid (Niederländisch) ins Französisch

beknoptheid:

beknoptheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de beknoptheid (bondigheid; kortheid)
    la brièveté; la concision

Übersetzung Matrix für beknoptheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
brièveté beknoptheid; bondigheid; kortheid frivoliteit; hupsheid; kortheid; kortstondigheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid
concision beknoptheid; bondigheid; kortheid kernachtigheid; puntig zijn; puntigheid; scherpheid; scherpte; spitsheid

Verwandte Wörter für "beknoptheid":


beknopt:

beknopt Adjektiv

  1. beknopt (summier)
    bref; brièvement; succinct; court; concis; succinctement
  2. beknopt (bekort)
    réduit; abrégé; écourté

Übersetzung Matrix für beknopt:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abrégé excerpt; extract; grondplan; plattegrond; resumé; samenvatting; situatieschets; situatietekening; stadskaart; uittreksel
court tennisbaan; tennisveld
réduit hokje
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abrégé beknopt; bekort ingekort; verkort
bref beknopt; summier bondig; eenvoudigweg; haastig; in het kort; kernachtig; kort; kortaf; kortom; kortstondig; kortweg; korzelig; minimaal; raak; samengevat; snauwend; summier; terloops; vluchtig; wrevelig; zonder omhaal
brièvement beknopt; summier bondig; kort; minimaal; samengevat; summier
concis beknopt; summier bondig; kernachtig; kort; minuscuul; raak; summier; terzake; zeer klein
court beknopt; summier haastig; kortaf; kortstondig; korzelig; snauwend; terloops; vluchtig; wrevelig
réduit beknopt; bekort aan een kant beschrijfbaar; begrensd; beperkt; eenzijdig; geborneerd; gelimiteerd; geringer gemaakt; herleid; ingekort; ingekrompen; ingeslonken; vereenvoudigd; verkort; verminderd; versoberd
succinct beknopt; summier bondig; kernachtig; kort; kort en bondig; minimaal; minuscuul; raak; samengevat; summier; zeer klein
succinctement beknopt; summier bondig; kernachtig; kort; minuscuul; raak; samengevat; summier; zeer klein
écourté beknopt; bekort ingekort; verkort

Verwandte Wörter für "beknopt":


Wiktionary Übersetzungen für beknopt:

beknopt
adjective
  1. tot het belangrijkste en noodzakelijkste teruggebracht
beknopt
Cross Translation:
FromToVia
beknopt concis concise — brief and precise
beknopt succint; bref; sommaire pithy — Concise and meaningful

Computerübersetzung von Drittern: