Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. begaanbaar:


Niederländisch

Detailübersetzungen für begaanbaar (Niederländisch) ins Französisch

begaanbaar:

begaanbaar Adjektiv

  1. begaanbaar (bereikbaar; toegankelijk)

Übersetzung Matrix für begaanbaar:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
à faire taak
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ouvert begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk aangebroken; aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; geopend; niet dicht; onbebouwd; onbewimpeld; onomwonden; ontsloten; ontvankelijk; onverholen; open; opengelegd; opengemaakt; opengesteld; openhartig; openstaand; oprecht; rechtdoorzee; ronduit; toegankelijk; toeschietelijk; vatbaar; vrij; vrijelijk; vrijuit
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abordable begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk aanspreekbaar; benaderbaar; betaalbaar; genaakbaar; open; toegankelijk; toeschietelijk
accessible begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; open; toegankelijk; toeschietelijk
approchable begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; toegankelijk; toeschietelijk
faisable begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk doenlijk; haalbaar; maakbaar; realiseerbaar; te doen; uitvoerbaar; verwezenlijkbaar
réalisable begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk haalbaar; realiseerbaar; te doen; uitvoerbaar; verwezenlijkbaar; verzilverbaar
viable begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk levensvatbaar
à faire begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk haalbaar; realiseerbaar; te doen; verwezenlijkbaar
à portée de begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk

Verwandte Wörter für "begaanbaar":

  • begaanbaarheid, begaanbare

Verwandte Übersetzungen für begaanbaar