Niederländisch
Detailübersetzungen für afzweer (Niederländisch) ins Französisch
afzweren:
-
afzweren
abjurer; répudier; renoncer à-
abjurer Verb (abjure, abjures, abjurons, abjurez, abjurent, abjurais, abjurait, abjurions, abjuriez, abjuraient, abjurai, abjuras, abjura, abjurâmes, abjurâtes, abjurèrent, abjurerai, abjureras, abjurera, abjurerons, abjurerez, abjureront)
-
répudier Verb (répudie, répudies, répudions, répudiez, répudient, répudiais, répudiait, répudiions, répudiiez, répudiaient, répudiai, répudias, répudia, répudiâmes, répudiâtes, répudièrent, répudierai, répudieras, répudiera, répudierons, répudierez, répudieront)
-
renoncer à Verb
-
Konjugationen für afzweren:
o.t.t.
- zweer af
- zweert af
- zweert af
- zweren af
- zweren af
- zweren af
o.v.t.
- zwoer af
- zwoer af
- zwoer af
- zwoeren af
- zwoeren af
- zwoeren af
v.t.t.
- heb afgezworen
- hebt afgezworen
- heeft afgezworen
- hebben afgezworen
- hebben afgezworen
- hebben afgezworen
v.v.t.
- had afgezworen
- had afgezworen
- had afgezworen
- hadden afgezworen
- hadden afgezworen
- hadden afgezworen
o.t.t.t.
- zal afzweren
- zult afzweren
- zal afzweren
- zullen afzweren
- zullen afzweren
- zullen afzweren
o.v.t.t.
- zou afzweren
- zou afzweren
- zou afzweren
- zouden afzweren
- zouden afzweren
- zouden afzweren
diversen
- zweer af!
- zweert af!
- afgezworen
- afzwerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für afzweren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
abjurer | afzweren | |
renoncer à | afzweren | afstand doen; afzien; ermee uitscheiden; opgeven; ophouden; staken; stoppen; uitscheiden; verstoten |
répudier | afzweren | afstand doen; afzien; logenstraffen; loochenen; verloochenen; verstoten; verzaken |
Computerübersetzung von Drittern: