Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Französisch ->Suche: uitgang

Niederländische und französische Suchergebnisse für: uitgang

Übersicht

Niederländisch nach Französisch: mehr Daten

uitgang:
- sortie; issue
Wiktionary:
- uitgang → issue, sortie
- uitgang → terminaison, sortie

Niederländisch

Detailübersetzungen für uitgang (Niederländisch) ins Französisch

uitgang:

uitgang [de ~ (m)] Nomen

de uitgang (uitloop; uitweg)
la sortie; l'issue
- sortie [la ~] Nomen
- issue [la ~] Nomen

Übersetzung Matrix für uitgang:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
issue	uitgang; uitloop; uitweg	afloop; eind; einde; ontknoping; ontsnappingsmogelijkheid; resultaat; uitkomst; uitweg
sortie	uitgang; uitloop; uitweg	afrit; dagje uit; een uitval doen; tochtje; toertje; trip; uitgifte; uitje; uitrit; uitstapje

Antonyme für "uitgang":

entree; ingang

Verwandte Definitionen für "uitgang":

opening waardoor je naar buiten gaat¹
- weet u waar de uitgang van dit gebouw is?¹

Wiktionary Übersetzungen für uitgang:

uitgang

noun

sortie, lieu par où l’on sortir.
- issue → afrit; uitgang; uitweg
action de sortir.
- sortie → exodus; uittocht; besteding; vertering; uitgaaf; afrit; uitgang; uitweg

Cross Translation:

From	To	Via
• uitgang	→ terminaison	↔ ending — grammar: last morpheme of a word
• uitgang	→ sortie	↔ exit — way out
• uitgang	→ sortie	↔ exit — passage from inside to outside
• uitgang	→ terminaison	↔ termination — The last part of a word; a suffix

¹Muiswerk Woordenboek