Niederländisch

Detailübersetzungen für trots (Niederländisch) ins Französisch

trots:

trots Adjektiv

  1. trots (groots; glorieus; fier; prat; flink)
    fière; fier; orgueilleux; fièrement; ferme; courageux; glorieux; altier
  2. trots (uit de hoogte; minachtend; kleinerend; )
  3. trots (indrukwekkend; aanzienlijk; majestueus; )
  4. trots (hoogmoedig; arrogant; uit de hoogte; )

trots [de ~ (m)] Nomen

  1. de trots (eergevoel; eer)
    l'honneur; la fierté; l'orgueil; la gloire; la réputation; le sentiment d'honneur
  2. de trots (hoogmoedigheid; hovaardigheid)
    la fierté; la vanité; l'orgueil
  3. de trots (fierheid)
    la fierté; l'honneur; la gloire; l'orgueil; le sentiment d'honneur

Übersetzung Matrix für trots:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ferme boerderij; boerenbedrijf; boerenhoeve; boerenhofstede; boerenhuis; boerenwoning; dakstoel; hoeve
fierté eer; eergevoel; fierheid; hoogmoedigheid; hovaardigheid; trots
gloire eer; eergevoel; fierheid; trots fonkelen; fonkeling; glitter; glorie; schittering; sprankelen
honneur eer; eergevoel; fierheid; trots achten; buiging; degelijkheid; deugdelijkheid; deugdzaamheid; eerbaarheid; eerbetoon; ere; eren; fatsoen; fatsoenlijkheid; fonkelen; fonkeling; gepastheid; glitter; keurigheid; kiesheid; lintje; netheid; schittering; sprankelen
orgueil eer; eergevoel; fierheid; hoogmoedigheid; hovaardigheid; trots aanmatiging; arrogantie; hooghartigheid; hovaardij; ijdelheid; ijdeltuiterij; inbeelding; verwaandheid; wuftheid; zelfverheffing
réputation eer; eergevoel; trots aanzien; achting; bekendheid; faam; naam; niveau; reputatie; reputaties; roep
sentiment d'honneur eer; eergevoel; fierheid; trots
supérieur baas; bevelhebber; chef; commandant; hoofd; kloosteroverste; meerdere; meester; moeder overste; overste; patroon; superieur
vanité hoogmoedigheid; hovaardigheid; trots arrogantie; hooghartigheid; hovaardigheid; ijdelheid; ijdeltuiterij; laatdunkendheid; onvruchtbaarheid; onzinnigheid; pretentie; verwaandheid; vruchteloos; wuftheid
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
altier fier; flink; glorieus; groots; prat; trots aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
arrogant arrogant; geringschattend; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; trots; uit de hoogte; verwaand aanmatigend; arrogant; hanig; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; ijdel; ingebeeld; neerbuigend; opschepperig; protsend; protserig; schreeuwerig; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
avec arrogance geringschattend; hooghartig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; trots; uit de hoogte aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; ijdel; ingebeeld; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
avec condescence geringschattend; hooghartig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; trots; uit de hoogte
avec distinction aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk deftig; elegant; gedistingeerd; sierlijk; vooraanstaand; voornaam
condescent geringschattend; hooghartig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; trots; uit de hoogte
convenable aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk aangenaam; aardig; adequaat; attent; behoorlijke; behulpzaam; beschaafd; betamelijk; billijk; decent; deugdzaam; eerbaar; eerzaam; elegant; fatsoenlijk; gepast; gepaste; geschikt; geschikte; geëigend; goedaardig; goedhartig; goedschiks; hebbelijk; hulpvaardig; juist; keurig; manierlijk; naar behoren; netjes; ordentelijk; passend; passende; plezierig; redelijk; redelijke; schappelijk; sierlijk; tamelijke; tof; voegzaam; voorkomend; vriendelijk; welgemanierd; welgevoeglijk; welopgevoed; welvoeglijk; zachtaardig; zedig
convenablement aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk betamelijk; billijk; decent; deugdzaam; eerbaar; eerzaam; fatsoenlijk; gepast; geschikt; gevoeglijk; geëigend; hebbelijk; keurig; manierlijk; naar behoren; netjes; ordentelijk; passend; redelijk; schappelijk; voegzaam; welgevoeglijk; welvoeglijk; zedig
courageux fier; flink; glorieus; groots; prat; trots dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; koen; kranig; manhaftig; manmoedig; moedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stout; stoutmoedig; vermetel
cérémonieusement aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk elegant; plechtig; plechtstatig; sierlijk; statig; zeer plechtig
cérémonieux aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk elegant; plechtig; plechtstatig; sierlijk; statig; zeer plechtig
de haut geringschattend; hooghartig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; trots; uit de hoogte
dignement aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk aanzienlijk; adelijk; beroemd; deftig; doorluchtig; eerbiedwaardig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; plechtig; plechtstatig; statig; verheven; vooraanstaand; voornaam; waardig; zeer plechtig
distingué aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk aanzienlijk; adelijk; beroemd; chic; deftig; doorluchtig; eerbiedwaardig; elegant; erkend; esthetisch; gedistingeerd; gerenommeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; modieuze verfijning; plechtig; plechtstatig; sierlijk; smaakvol; statig; stijlvol; verfijnd; verheven; vooraanstaand; voornaam; waardig; zeer plechtig
dédaigneux geringschattend; hooghartig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; trots; uit de hoogte honend; hooghartig; laag; minachtend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend; vanuit de hoogte; verachtelijk
ferme fier; flink; glorieus; groots; prat; trots absoluut; beslist; dapper; degelijk; doortastend; drastisch; energiek; ferm; fiks; flink; fysiek sterk; geanimeerd; karaktervast; kordaat; krachtdadig; krachtig; levendig; moedig; moreel sterk; onvoorwaardelijk; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; pertinent; ronduit; solide; standvastig; stellig; sterk; stevig; ten enenmale; vast en zeker; vastbesloten; vasthoudend; vaststaand; vief; vol energie; vol fut; volhardend; volstrekt; zeker
fier fier; flink; glorieus; groots; prat; trots aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
fière fier; flink; glorieus; groots; prat; trots aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
fièrement fier; flink; glorieus; groots; prat; trots aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
glorieux fier; flink; glorieus; groots; prat; trots betoverend; fonkelend; glinsterend; glorierijk; heilig; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; prachtig; roemrijk; roemvol; schitterend; verheerlijkt; zalig
hautain arrogant; geringschattend; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; trots; uit de hoogte; verwaand aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; ijdel; ingebeeld; neerbuigend; opschepperig; protsend; protserig; schreeuwerig; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
illustre aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk aanzienlijk; adelijk; befaamd; beroemd; doorluchtig; doorluchtige; erkend; geacht; gedistingeerd; gerenommeerd; gerespecteerd; gevierd; gewaardeerd; gewichtig; geëerd; geëerde; hooggeplaatst; illuster; populair; roemrucht; verheven; voornaam
impressionnant aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk aangrijpend; boeiend; doordringend; eerbiedwekkend; groots; imponerend; imposant; indringend; indrukwekkend; ontzagwekkend; pakkend; schel klinkend; scherp; weids
majestueusement aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk
majestueux aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk
orgueilleuse arrogant; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; trots; uit de hoogte; verwaand opschepperig; protsend; protserig; schreeuwerig
orgueilleusement arrogant; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; trots; uit de hoogte; verwaand aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; opschepperig; protsend; protserig; schreeuwerig; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
orgueilleux arrogant; fier; flink; glorieus; groots; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; prat; trots; uit de hoogte; verwaand aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; opschepperig; protsend; protserig; schreeuwerig; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
prestigieux aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk aanzienlijk; groots; imponerend; imposant; indrukwekkend; ontzagwekkend; royaal; vorstelijk
princier aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk aanzienlijk; royaal; vorstelijk
princièrement aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk aanzienlijk; groots; grootschalig; grootscheeps; prinsheerlijk; royaal; uitvoerig; veelomvattend; vorstelijk
solennellement aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk aanzienlijk; adelijk; beroemd; deftig; doorluchtig; eerbiedwaardig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; plechtig; plechtstatig; statig; verheven; voornaam; waardig; zeer plechtig
suffisant geringschattend; hooghartig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; trots; uit de hoogte aanmatigend; arrogant; belerend; bevredigend; frikkerig; genoeg; genoegzaam; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; ingebeeld; neerbuigend; pedant; schoolmeesterachtig; sufficiënt; toereikend; uit de hoogte; verwaand; voldoende; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
supérieur geringschattend; hooghartig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; trots; uit de hoogte aanmatigend; arrogant; befaamd; bovenst; bovenste; eersteklas; eersterangs; geacht; hautain; honend; hooggeplaatst; hooggezeten; hooghartig; hoogmoedig; hoogwaardig; hovaardig; minachtend; neerbuigend; opperst; opperste; perfect; prima; prominent; smalend; spottend; superieur; top; tot de beste klasse behorend; uit de hoogte; uitstekend; van goede kwaliteit; verwaand; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
éminent aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; befaamd; behoorlijk; deftig; dominant; enorm; flink; fors; geacht; gedistingeerd; gezaghebbend; gezichtsbepalend; hooggeplaatst; hooggezeten; maatgevend; prominent; toonaangevend; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam

Verwandte Wörter für "trots":

  • trotsheid, trotse

Synonyms for "trots":


Verwandte Definitionen für "trots":

  1. wie zich meer voelt dan een ander1
    • hij is te trots om toe te geven dat hij een fout maakte1
  2. gevoel dat je wilt pronken met wat je hebt of deed1
    • mijn vader was trots op zijn zoon1

Wiktionary Übersetzungen für trots:

trots
adjective
  1. erg blij met wat men (bereikt) heeft
trots
adjective
  1. Qui est d’une fierté impérieux.
  2. Qui éprouve une satisfaction d’amour-propre souvent fondée.
preposition
  1. malgré, sans tenir compte de.
  1. -
  2. Contre le vouloir de quelqu'un, contre le gré de.
noun
  1. vanité qui porte à se mettre au-dessus des autres. Opinion très avantageuse, le plus souvent exagérée, qu'une personne a de sa valeur personnelle aux dépens de la considération due à autrui.

Cross Translation:
FromToVia
trots orgueil pride — quality or state of being proud; inordinate self-esteem; an unreasonable conceit of one's own superiority in talents, beauty, wealth, rank etc.
trots fierté; orgueil pride — sense of one's own worth, and abhorrence of what is beneath or unworthy of one
trots fierté; orgueil pride — proud or disdainful behavior or treatment; insolence or arrogance of demeanor; haughty bearing and conduct
trots fier proud — gratified, feeling honoured, feeling satisfied
trots orgueilleux proud — having a too high opinion of oneself; arrogant, supercilious

Computerübersetzung von Drittern: