Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. fluisteren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für fluisteren (Niederländisch) ins Französisch

fluisteren:

fluisteren Verb (fluister, fluistert, fluisterde, fluisterden, gefluisterd)

  1. fluisteren (lispelen; sissen)
    chuchoter; murmurer; susurrer; zozoter; zézayer; gazouiller
    • chuchoter Verb (chuchote, chuchotes, chuchotons, chuchotez, )
    • murmurer Verb (murmure, murmures, murmurons, murmurez, )
    • susurrer Verb (susurre, susurres, susurrons, susurrez, )
    • zozoter Verb
    • zézayer Verb
    • gazouiller Verb (gazouille, gazouilles, gazouillons, gazouillez, )
  2. fluisteren (smiespelen; smoezen)
    souffler; chuchoter; murmurer; susurrer; faire des messages basses
    • souffler Verb (souffle, souffles, soufflons, soufflez, )
    • chuchoter Verb (chuchote, chuchotes, chuchotons, chuchotez, )
    • murmurer Verb (murmure, murmures, murmurons, murmurez, )
    • susurrer Verb (susurre, susurres, susurrons, susurrez, )

Konjugationen für fluisteren:

o.t.t.
  1. fluister
  2. fluistert
  3. fluistert
  4. fluisteren
  5. fluisteren
  6. fluisteren
o.v.t.
  1. fluisterde
  2. fluisterde
  3. fluisterde
  4. fluisterden
  5. fluisterden
  6. fluisterden
v.t.t.
  1. heb gefluisterd
  2. hebt gefluisterd
  3. heeft gefluisterd
  4. hebben gefluisterd
  5. hebben gefluisterd
  6. hebben gefluisterd
v.v.t.
  1. had gefluisterd
  2. had gefluisterd
  3. had gefluisterd
  4. hadden gefluisterd
  5. hadden gefluisterd
  6. hadden gefluisterd
o.t.t.t.
  1. zal fluisteren
  2. zult fluisteren
  3. zal fluisteren
  4. zullen fluisteren
  5. zullen fluisteren
  6. zullen fluisteren
o.v.t.t.
  1. zou fluisteren
  2. zou fluisteren
  3. zou fluisteren
  4. zouden fluisteren
  5. zouden fluisteren
  6. zouden fluisteren
en verder
  1. is gefluisterd
  2. zijn gefluisterd
diversen
  1. fluister!
  2. fluistert!
  3. gefluisterd
  4. fluisterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für fluisteren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
chuchoter fluisteren; lispelen; sissen; smiespelen; smoezen toefluisteren
faire des messages basses fluisteren; smiespelen; smoezen
gazouiller fluisteren; lispelen; sissen bazelen; klank voortbrengen; klinken; knisperen; kwelen; kwetteren; kwinkeleren; lallen; luiden; ritselen; tjilpen; wauwelen
murmurer fluisteren; lispelen; sissen; smiespelen; smoezen kabbelen; mompelen; prevelen; ruisen; suizelen; suizen; zacht ruisen
souffler fluisteren; smiespelen; smoezen ademen; ademhalen; blazen; fluiten; graaien; grijpen; grissen; hijgen; inademen; influisteren; ingeven; jatten; pijpen; pikken; puffen; snaaien; souffleren; toefluisteren; uitademen; uitblazen; voorzeggen; wegkapen
susurrer fluisteren; lispelen; sissen; smiespelen; smoezen knisperen; ritselen
zozoter fluisteren; lispelen; sissen slissen
zézayer fluisteren; lispelen; sissen slissen

Antonyme für "fluisteren":


Verwandte Definitionen für "fluisteren":

  1. heel zacht praten1
    • hij fluisterde iets in mijn oor1

Wiktionary Übersetzungen für fluisteren:

fluisteren
verb
  1. spreken met gedempte stem
fluisteren
Cross Translation:
FromToVia
fluisteren chuchoter; susurrer flüstern — mit gesenkter, leiser Stimme sprechen
fluisteren chuchoter; susurrer; murmurer whisper — to talk in a quiet voice