Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. waarmaken:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für waarmaken (Niederländisch) ins Französisch

waarmaken:

waarmaken Verb (maak waar, maakt waar, maakte waar, maakten waar, waargemaakt)

  1. waarmaken
    accomplir; prouver
    • accomplir Verb (accomplis, accomplit, accomplissons, accomplissez, )
    • prouver Verb (prouve, prouves, prouvons, prouvez, )

Konjugationen für waarmaken:

o.t.t.
  1. maak waar
  2. maakt waar
  3. maakt waar
  4. maken waar
  5. maken waar
  6. maken waar
o.v.t.
  1. maakte waar
  2. maakte waar
  3. maakte waar
  4. maakten waar
  5. maakten waar
  6. maakten waar
v.t.t.
  1. heb waargemaakt
  2. hebt waargemaakt
  3. heeft waargemaakt
  4. hebben waargemaakt
  5. hebben waargemaakt
  6. hebben waargemaakt
v.v.t.
  1. had waargemaakt
  2. had waargemaakt
  3. had waargemaakt
  4. hadden waargemaakt
  5. hadden waargemaakt
  6. hadden waargemaakt
o.t.t.t.
  1. zal waarmaken
  2. zult waarmaken
  3. zal waarmaken
  4. zullen waarmaken
  5. zullen waarmaken
  6. zullen waarmaken
o.v.t.t.
  1. zou waarmaken
  2. zou waarmaken
  3. zou waarmaken
  4. zouden waarmaken
  5. zouden waarmaken
  6. zouden waarmaken
diversen
  1. maak waar!
  2. maakt waar!
  3. waargemaakt
  4. waarmakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für waarmaken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
accomplir waarmaken afkrijgen; afleggen; afmaken; afronden; afwerken; bedingen; bewerkstelligen; beëindigen; completeren; doen; een einde maken aan; fixen; handelen; klaarkrijgen; klaarmaken; klaarspelen; lappen; meters maken; realiseren; totstandbrengen; uitrichten; uitvoeren; verrichten; verwerkelijken; verwezenlijken; volbrengen; volmaken; voltooien; voltrekken; voor elkaar krijgen; zich voltrekken
prouver waarmaken aantonen; bewijzen; staven