Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. vooruitziend:
  2. vooruitzien:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für vooruitziend (Niederländisch) ins Französisch

vooruitziend:

vooruitziend Adjektiv

  1. vooruitziend (voorspellend)

Übersetzung Matrix für vooruitziend:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
clair-voyant voorspellend; vooruitziend helderziend
prévoyant voorspellend; vooruitziend helderziend

Verwandte Wörter für "vooruitziend":


Wiktionary Übersetzungen für vooruitziend:


Cross Translation:
FromToVia
vooruitziend prudent prudent — sagacious in adapting means to ends

vooruitzien:

vooruitzien Verb (zie vooruit, ziet vooruit, zag vooruit, zagen vooruit, vooruitgezien)

  1. vooruitzien (verwachten; uitkijken naar; tegemoetzien)
    espérer; compter sur; s'attendre à
    • espérer Verb (espère, espères, espérons, espérez, )

Konjugationen für vooruitzien:

o.t.t.
  1. zie vooruit
  2. ziet vooruit
  3. ziet vooruit
  4. zien vooruit
  5. zien vooruit
  6. zien vooruit
o.v.t.
  1. zag vooruit
  2. zag vooruit
  3. zag vooruit
  4. zagen vooruit
  5. zagen vooruit
  6. zagen vooruit
v.t.t.
  1. heb vooruitgezien
  2. hebt vooruitgezien
  3. heeft vooruitgezien
  4. hebben vooruitgezien
  5. hebben vooruitgezien
  6. hebben vooruitgezien
v.v.t.
  1. had vooruitgezien
  2. had vooruitgezien
  3. had vooruitgezien
  4. hadden vooruitgezien
  5. hadden vooruitgezien
  6. hadden vooruitgezien
o.t.t.t.
  1. zal vooruitzien
  2. zult vooruitzien
  3. zal vooruitzien
  4. zullen vooruitzien
  5. zullen vooruitzien
  6. zullen vooruitzien
o.v.t.t.
  1. zou vooruitzien
  2. zou vooruitzien
  3. zou vooruitzien
  4. zouden vooruitzien
  5. zouden vooruitzien
  6. zouden vooruitzien
diversen
  1. zie vooruit!
  2. ziet vooruit!
  3. vooruitgezien
  4. vooruitziend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für vooruitzien:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
compter sur tegemoetzien; uitkijken naar; verwachten; vooruitzien
espérer tegemoetzien; uitkijken naar; verwachten; vooruitzien hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen
s'attendre à tegemoetzien; uitkijken naar; verwachten; vooruitzien bedacht zijn op

Wiktionary Übersetzungen für vooruitzien:

vooruitzien
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens.

Computerübersetzung von Drittern: