Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für dun (Niederländisch) ins Französisch

dun:

dun Adjektiv

  1. dun (geen vet op de botten hebbende; mager; schraal; iel; schriel)
  2. dun (van geringe dichtheid; ijl)
    raréfié; rare
  3. dun (fijngebouwd; slank; tenger; fijn; rank)
    frêle; mince; fin; gracile; svelte; de taille fine; maigrichon; fragile; maigre; finement; tendre

Übersetzung Matrix für dun:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
délié ophaal
fin afhaken; beëindiging; conclusie; eind; einde; eindigen; eindpunt; eindstreep; end; finale; finish; finishlijn; kappen; laatste opvoering; meet; ontknoping; ophouden; slot; slotbeschouwing; slotstuk; sluiting; sluitstuk; staken; uiteinde; uitscheiden
maigrichon bonenstaak
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
tendre aangeven; aanreiken; geven; oprekken; opspannen; reiken; rekken; spannen; strak maken
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- mager
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
de taille fine dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger lichtgebouwd; tenger
délié dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel fijn; slank en smal
fin dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger adrem; arglistig; bijdehand; delicaat; doortrapt; elegant; fel; fijn; fijn van smaak; fijngevoelig; fijnzinnig; gehaaid; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; gracieus; grievend; hanig; krenkend; kwetsend; leep; lichtgebouwd; link; listig; pinnig; raak; scherp; scherpzinnig; schrander; sierlijk; slim; slinks; sluw; snedig; snibbig; subtiel; teerbesnaard; teergevoelig; tenger; uitgeslapen; vinnig; vlijmend
finement dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger elegant; gevat; gracieus; scherpzinnig; schrander; sierlijk; slim; snedig; uitgeslapen
fluet dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel armzalig; fijn; karig; lang en dun; mager; piekerig; pover; schamel; schraal; slank en smal; spinachtig; sprietig
fragile dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger bleekjes; breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; mager; onsolide; pips; slap; slapjes; spichtig; sprieterig; teder; teer; tenger; wee; ziekelijk; zwak
frêle dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger armzalig; bleekjes; breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; karig; kwetsbaar; mager; pips; pover; schamel; schraal; slap; slapjes; spichtig; sprieterig; teder; teer; tenger; wee; ziekelijk; zwak
gracile dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger dun van gestalte; fijn; mager; rank; slank en smal; spichtig; sprieterig; tenger
grêle dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel droog; fijn; lang en dun; mager; schraal; schriel; slank en smal; spichtig
maigre dun; fijn; fijngebouwd; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; rank; schraal; schriel; slank; tenger armelijk; armoedig; armzalig; benig; berooid; droog; halfvet; ingevallen; karig; laagcalorisch; lang en dun; lichtgebouwd; luizig; luttel; mager; piekerig; pover; schamel; schooierig; schraal; schriel; spinachtig; sprietig; tenger; vetarm; vetloos; weinig
maigrichon dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger heel dun; mager; spichtig; sprieterig; tenger
mince dun; fijn; fijngebouwd; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; rank; schraal; schriel; slank; tenger armzalig; berooid; droog; fijn; karig; lang en dun; lichtgebouwd; mager; piekerig; pover; schamel; schraal; schriel; slank en smal; spichtig; spinachtig; sprieterig; sprietig; tenger
qui n'a que la peau et les os dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel
rare dun; ijl; van geringe dichtheid berooid; incidenteel; karig; luttel; mager; ongemeen; ongewoon; pover; raar; schaars; schraal; sporadisch; uitzonderlijk; uniek; weinig; zelden; zeldzaam
raréfié dun; ijl; van geringe dichtheid
svelte dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger dun van gestalte; fijn; lichtgebouwd; mager; rank; slank en smal; tenger
tendre dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger breekbaar; broos; clement; delicaat; diep; fijn; fijngevoelig; fijnzinnig; fragiel; frèle; genadig; gevoelig; gevoelvol; goedhartig; iel; innig; intens; kwetsbaar; lichtgebouwd; liefderijk; liefdevol; liefhebbend; mak; mild; sentimenteel; teder; teer; teerbesnaard; teergevoelig; teerhartig; tenger; vergevingsgezind; verzoenend; weekhartig; welwillend; zacht; zacht aanvoelend; zachtaardig; zwak

Verwandte Wörter für "dun":


Synonyms for "dun":


Antonyme für "dun":


Verwandte Definitionen für "dun":

  1. heel vloeibaar1
    • wat is die soep dun!1
  2. met veel tussenruimte1
    • je haar wordt al erg dun, jongen!1
  3. met een kleine breedte of omvang1
    • zij heeft dunne vingers1

Wiktionary Übersetzungen für dun:


Cross Translation:
FromToVia
dun grand lanky — tall, slim
dun mince slim — slender

DUN:


Übersetzung Matrix für DUN:

Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Accès à distance DUN; Inbelnetwerk

dun form of dunnen:

dunnen Verb (dun, dunt, dunde, dunden, gedund)

  1. dunnen (minder talrijk maken; decimeren)
    décimer; épuiser
    • décimer Verb (décime, décimes, décimons, décimez, )
    • épuiser Verb (épuise, épuises, épuisons, épuisez, )

Konjugationen für dunnen:

o.t.t.
  1. dun
  2. dunt
  3. dunt
  4. dunnen
  5. dunnen
  6. dunnen
o.v.t.
  1. dunde
  2. dunde
  3. dunde
  4. dunden
  5. dunden
  6. dunden
v.t.t.
  1. ben gedund
  2. bent gedund
  3. is gedund
  4. zijn gedund
  5. zijn gedund
  6. zijn gedund
v.v.t.
  1. was gedund
  2. was gedund
  3. was gedund
  4. waren gedund
  5. waren gedund
  6. waren gedund
o.t.t.t.
  1. zal dunnen
  2. zult dunnen
  3. zal dunnen
  4. zullen dunnen
  5. zullen dunnen
  6. zullen dunnen
o.v.t.t.
  1. zou dunnen
  2. zou dunnen
  3. zou dunnen
  4. zouden dunnen
  5. zouden dunnen
  6. zouden dunnen
diversen
  1. dun!
  2. dunt!
  3. gedund
  4. dunnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für dunnen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
décimer decimeren; dunnen; minder talrijk maken uitdunnen; wegkappen
épuiser decimeren; dunnen; minder talrijk maken aan kracht inboeten; afbeulen; afjakkeren; afmatten; afsloven; moe maken; opgebruiken; opkrijgen; opmaken; ploeteren; sappelen; slopen; sloven; uitdunnen; uitputten; verdorsten; vermoeien; verslappen; verzwakken; wegkappen; zich afsloven; zwak worden; zwakker worden; zwoegen

Verwandte Übersetzungen für dun