Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. naderen:
  2. Wiktionary:
    • naderen → s'approcher de
    • naderen → approcher


Niederländisch

Detailübersetzungen für naderen (Niederländisch) ins Französisch

naderen:

naderen Verb (nader, nadert, naderde, naderden, genaderd)

  1. naderen (dichterbij komen)
  2. naderen (tegemoetkomen; toenaderen)
    approcher; venir à la rencontre de; se rapprocher; aller au-devant de; aborder
    • approcher Verb (approche, approches, approchons, approchez, )
    • aborder Verb (aborde, abordes, abordons, abordez, )
  3. naderen (aanvliegen)

Konjugationen für naderen:

o.t.t.
  1. nader
  2. nadert
  3. nadert
  4. naderen
  5. naderen
  6. naderen
o.v.t.
  1. naderde
  2. naderde
  3. naderde
  4. naderden
  5. naderden
  6. naderden
v.t.t.
  1. ben genaderd
  2. bent genaderd
  3. is genaderd
  4. zijn genaderd
  5. zijn genaderd
  6. zijn genaderd
v.v.t.
  1. was genaderd
  2. was genaderd
  3. was genaderd
  4. waren genaderd
  5. waren genaderd
  6. waren genaderd
o.t.t.t.
  1. zal naderen
  2. zult naderen
  3. zal naderen
  4. zullen naderen
  5. zullen naderen
  6. zullen naderen
o.v.t.t.
  1. zou naderen
  2. zou naderen
  3. zou naderen
  4. zouden naderen
  5. zouden naderen
  6. zouden naderen
diversen
  1. nader!
  2. nadert!
  3. genaderd
  4. naderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

naderen [znw.] Nomen

  1. naderen (tegemoetkomen)
    l'approche

Übersetzung Matrix für naderen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
approche naderen; tegemoetkomen aanpak; arbeidsmethodiek; benadering; benaderingswijze; in aantocht; invalshoek; methode; nadering; op komen zetten; opmars; optiek; procédé; voortgang; werkmethode; werkwijze
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aborder naderen; tegemoetkomen; toenaderen aankaarten; aanknopen; aanleggen; aanmeren; aanroepen; aansnijden; aanvoeren; aflopen; afmeren; een voorstel doen; entameren; enteren; gesprek aanknopen; meren; naar voren brengen; op tafel leggen; openen; opmerken; opperen; opwerpen; praaien; raken; starten; te berde brengen; ter sprake brengen; terechtkomen; toeroepen; treffen; vastbinden; vastleggen; vastmaken; vastmeren; vergaan; verlopen; verstrijken; vertellen; vervallen; verwoorden; voorbijgaan; zeggen
aller au-devant de naderen; tegemoetkomen; toenaderen
approcher naderen; tegemoetkomen; toenaderen aanstaande zijn; benaderen; dichtbijkomen; in aantocht zijn; inschuiven; naar elkaar toe schuiven; ophanden zijn; toenaderen; zich aandienen; zich voordoen
s'approcher de aanvliegen; dichterbij komen; naderen
se rapprocher naderen; tegemoetkomen; toenaderen
venir à la rencontre de naderen; tegemoetkomen; toenaderen
voler sur aanvliegen; naderen iemand aanvliegen

Antonyme für "naderen":


Verwandte Definitionen für "naderen":

  1. langzaam dichterbij komen1
    • het onweer nadert1

Wiktionary Übersetzungen für naderen:

naderen
verb
  1. In aantocht zijn
    • naderen → s'approcher de

Cross Translation:
FromToVia
naderen approcher approach — to come or go near, in place or time; to draw nigh; to advance nearer
naderen approcher approach — To come near to in place, time, or character
naderen approcher near — come closer to

Verwandte Übersetzungen für naderen