Kots: niederländische und französische Suchergebnisse gefunden im Interglot Wörterbuch

Remove Ads

Übersicht

Niederländisch nach Französisch: mehr Daten

kots:
- vomissure; vomis; dégueulée; vomissement; dégeulis
kot:
- cabane; hutte; case; baraque; paillote; cahute; bouge; taudis
kotsen:
- vomir; dégueuler; rendre; cracher
- vomissement
Wiktionary:
- kots → dégueulure, vomissure
- kots → vomi
- kot → koter
- kotsen → gerber, rejeter, rendre, vomir
- kotsen → vomir, rendre, rejeter, dégobiller, dégueuler, gerber, quicher

Niederländisch

Detailübersetzungen für kots (Niederländisch) ins Französisch

kots:

kots [de ~ (m)] Nomen

de kots (braaksel)
la vomissure; le vomis; la dégueulée; le vomissement; le dégeulis
- vomissure [la ~] Nomen
- vomis [le ~] Nomen
- dégueulée [la ~] Nomen
- vomissement [le ~] Nomen
- dégeulis [le ~] Nomen

Übersetzung Matrix für kots:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
dégeulis	braaksel; kots
dégueulée	braaksel; kots
vomis	braaksel; kots
vomissement	braaksel; kots	braken; kotsen; overgeven; spugen; spuwen
vomissure	braaksel; kots

Wiktionary Übersetzungen für kots:

kots

noun

(vulgaire) vomi, vomissure.
- dégueulure → kots
soutenu|fr matière vomir.
- vomissure → kots

Cross Translation:

From	To	Via
• kots	→ vomi	↔ vomit — regurgitated former contents of a stomach

kots form of kot:

kot [het ~] Nomen

het kot (armoedige woning; hut)
la cabane; l'hutte; la case; la baraque
- cabane [la ~] Nomen
- hutte [la ~] Nomen
- case [la ~] Nomen
- baraque [la ~] Nomen
het kot (krot; hutje)
la paillote; la cabane; la cahute; le bouge; la baraque; l'hutte; le taudis
- paillote [la ~] Nomen
- cabane [la ~] Nomen
- cahute [la ~] Nomen
- bouge [le ~] Nomen
- baraque [la ~] Nomen
- hutte [la ~] Nomen
- taudis [le ~] Nomen

Übersetzung Matrix für kot:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
baraque	armoedige woning; hut; hutje; kot; krot	barak; bouwkeet; bouwvakkersonderkomen; hangaar; kavalje; keet; krot; loods; schuurtje; soldatenkamer
bouge	hutje; kot; krot	krot; krotwoning; ruïne; vervallen gebouw
cabane	armoedige woning; hut; hutje; kot; krot	dierenverblijfplaats; herdershut; hok; hut; hutje; krot; krotwoning; strohut
cahute	hutje; kot; krot
case	armoedige woning; hut; kot	vakje
hutte	armoedige woning; hut; hutje; kot; krot	herdershutje; kleine herdershut; strohut
paillote	hutje; kot; krot
taudis	hutje; kot; krot	berghok; berging; bergruimte; box; kavalje; krot; krotwoning; opbergruimte; ruïne; vervallen gebouw

Wiktionary Übersetzungen für kot:

kot

verb

Belgique|fr loger dans une chambre, une maison ou un appartement d'étudiant.
- koter → kot

kots form of kotsen:

kotsen Verb (kots, kotst, kotste, kotsten, gekotst)

kotsen (vomeren; overgeven; spugen; uitbraken; braken)
vomir; dégueuler; rendre; cracher
- vomir Verb (vomis, vomit, vomissons, vomissez, vomissent, vomissais, vomissait, vomissions, vomissiez, vomissaient, vomîmes, vomîtes, vomirent, vomirai, vomiras, vomira, vomirons, vomirez, vomiront)
- dégueuler Verb (dégueule, dégueules, dégueulons, dégueulez, dégueulent, dégueulais, dégueulait, dégueulions, dégueuliez, dégueulaient, dégueulai, dégueulas, dégueula, dégueulâmes, dégueulâtes, dégueulèrent, dégueulerai, dégueuleras, dégueulera, dégueulerons, dégueulerez, dégueuleront)
- rendre Verb (rends, rend, rendons, rendez, rendent, rendais, rendait, rendions, rendiez, rendaient, rendis, rendit, rendîmes, rendîtes, rendirent, rendrai, rendras, rendra, rendrons, rendrez, rendront)
- cracher Verb (crache, craches, crachons, crachez, crachent, crachais, crachait, crachions, crachiez, crachaient, crachai, crachas, cracha, crachâmes, crachâtes, crachèrent, cracherai, cracheras, crachera, cracherons, cracherez, cracheront)

Konjugationen für kotsen:

o.t.t.

kots
kotst
kotst
kotsen
kotsen
kotsen

o.v.t.

kotste
kotste
kotste
kotsten
kotsten
kotsten

v.t.t.

heb gekotst
hebt gekotst
heeft gekotst
hebben gekotst
hebben gekotst
hebben gekotst

v.v.t.

had gekotst
had gekotst
had gekotst
hadden gekotst
hadden gekotst
hadden gekotst

o.t.t.t.

zal kotsen
zult kotsen
zal kotsen
zullen kotsen
zullen kotsen
zullen kotsen

o.v.t.t.

zou kotsen
zou kotsen
zou kotsen
zouden kotsen
zouden kotsen
zouden kotsen

diversen

kots!
kotst!
gekotst
kotsend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

kotsen [znw.] Nomen

kotsen (braken; overgeven; spugen; spuwen)
le vomissement
- vomissement [le ~] Nomen

Übersetzung Matrix für kotsen:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
vomissement	braken; kotsen; overgeven; spugen; spuwen	braaksel; kots
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
cracher	braken; kotsen; overgeven; spugen; spuwen; uitbraken; vomeren	fluimen; reutelen; rochelen; slijm opgeven; slijmen; spugen; spuwen; uithoesten; uitspugen; uitspuwen
dégueuler	braken; kotsen; overgeven; spugen; spuwen; uitbraken; vomeren
rendre	braken; kotsen; overgeven; spugen; spuwen; uitbraken; vomeren	aangeven; aanreiken; afgeven; beschrijven; eraf gaan; geven; inleveren; overbrengen; overgeven; overhandigen; overleveren; retourneren; terugbezorgen; terugbrengen; teruggeven; terugzenden; toesteken; translateren; vertalen; vertolken; weergeven
vomir	braken; kotsen; overgeven; spugen; spuwen; uitbraken; vomeren

Wiktionary Übersetzungen für kotsen:

kotsen

verb

populaire|fr vomir.
- gerber → kotsen; uitkotsen
Traductions à trier suivant le sens
- rejeter → braken; kotsen; overgeven; spugen; afkeuren; afwijzen; terugwijzen; vertikken; weigeren; retourneren; terugbezorgen; terugsturen; heruitzenden; terugdringen; verdringen; weren; ontzenuwen; weerleggen; afslaan; verwerpen; wraken; nee zeggen tegen; vergooien; weggooien; wegwerpen
remettre une chose entre les mains de celui à qui elle appartenir, de quelque manière qu’on l’avoir.
- rendre → teruggeven; braken; kotsen; overgeven; spugen; vomeren; doen; laten; laten doen; maken
rejeter convulsivement par la bouche des matières contenir dans l’estomac.
- vomir → braken; kotsen; overgeven; spugen; vomeren; spuwen; uitbraken; walgen

Cross Translation:

From	To	Via
• kotsen	→ vomir	↔ boot — vomit
• kotsen	→ vomir; rendre; rejeter; dégobiller; dégueuler; gerber; quicher	↔ vomit — to regurgitate the contents of a stomach

Remove Ads

Niederländische und französische Suchergebnisse für: kots

Detailübersetzungen für kots (Niederländisch) ins Französisch

kots:

kots [de ~ (m)] Nomen

de kots (braaksel)

Übersetzung Matrix für kots:

Verwandte Wörter für "kots":

Wiktionary Übersetzungen für kots:

kots form of kot:

kot [het ~] Nomen

het kot (armoedige woning; hut)

het kot (krot; hutje)

Übersetzung Matrix für kot:

Verwandte Wörter für "kot":

Wiktionary Übersetzungen für kot:

kots form of kotsen:

kotsen Verb (kots, kotst, kotste, kotsten, gekotst)

kotsen (vomeren; overgeven; spugen; uitbraken; braken)

Konjugationen für kotsen:

o.t.t.

o.v.t.

v.t.t.

v.v.t.

o.t.t.t.

o.v.t.t.

diversen

kotsen [znw.] Nomen

kotsen (braken; overgeven; spugen; spuwen)

Übersetzung Matrix für kotsen:

Verwandte Wörter für "kotsen":

Wiktionary Übersetzungen für kotsen: