Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. kanon:
  2. kanoën:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für kanon (Niederländisch) ins Französisch

kanon:

kanon [het ~] Nomen

  1. het kanon (gewichtstuk; stuk)
    le canon; l'artillerie; le canons

Übersetzung Matrix für kanon:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
artillerie gewichtstuk; kanon; stuk geschut; kanonnen
canon gewichtstuk; kanon; stuk canon; geschut; kanonnen; maatstaf; norm; standaard
canons gewichtstuk; kanon; stuk geschut; kanonnen

Verwandte Wörter für "kanon":


Wiktionary Übersetzungen für kanon:

kanon
noun
  1. militaire|fr pièce d’artillerie munie d’une bouche, en forme de tube, et servir à lancer des projectiles.

Cross Translation:
FromToVia
kanon canon cannon — artillery piece
kanon canon gun — (military) A cannon with relatively long barrel, operating with relatively low angle of fire, and having a high muzzle velocity

kanoën:

kanoën Verb (kano, kanoot, kanoodde, kanoodden, gekanood)

  1. kanoën (kanovaren)

Konjugationen für kanoën:

o.t.t.
  1. kano
  2. kanoot
  3. kanoot
  4. kanoën
  5. kanoën
  6. kanoën
o.v.t.
  1. kanoodde
  2. kanoodde
  3. kanoodde
  4. kanoodden
  5. kanoodden
  6. kanoodden
v.t.t.
  1. heb gekanood
  2. hebt gekanood
  3. heeft gekanood
  4. hebben gekanood
  5. hebben gekanood
  6. hebben gekanood
v.v.t.
  1. had gekanood
  2. had gekanood
  3. had gekanood
  4. hadden gekanood
  5. hadden gekanood
  6. hadden gekanood
o.t.t.t.
  1. zal kanoën
  2. zult kanoën
  3. zal kanoën
  4. zullen kanoën
  5. zullen kanoën
  6. zullen kanoën
o.v.t.t.
  1. zou kanoën
  2. zou kanoën
  3. zou kanoën
  4. zouden kanoën
  5. zouden kanoën
  6. zouden kanoën
diversen
  1. kano!
  2. kanoot!
  3. gekanood
  4. kanoënd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für kanoën:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
faire du canoë kanovaren; kanoën

Verwandte Übersetzungen für kanon