Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Französisch ->Suche: afzenden

Niederländische und französische Suchergebnisse für: afzenden

Übersicht

Niederländisch nach Französisch: mehr Daten

afzenden:
- livraison par poste; envoi; expédition
Wiktionary:
- afzenden → expédier

Niederländisch

Detailübersetzungen für afzenden (Niederländisch) ins Französisch

afzenden:

afzenden [znw.] Nomen

afzenden (versturen; verzenden; posten; wegsturen)
la livraison par poste; l'envoi; l'expédition
- livraison par poste [la ~] Nomen
- envoi [le ~] Nomen
- expédition [la ~] Nomen

Übersetzung Matrix für afzenden:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
envoi	afzenden; posten; versturen; verzenden; wegsturen	afgifte; aflevering; bekendmaking; bericht; bezorging; boodschap; geleverde; gewag; inzending; leverantie; levering; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; toezending; uitlevering; uitspraak; vermelding; verwittiging; verzending; zending
expédition	afzenden; posten; versturen; verzenden; wegsturen	afgifte; aflevering; bezorging; expeditie; geleverde; het zenden; leverantie; levering; mars; reis; rit; speurtocht; tocht; toer; trektocht; uitlevering; verkenningstocht; verzending; zending; zoektocht
livraison par poste	afzenden; posten; versturen; verzenden; wegsturen	bezorging; gebrachte brieven; post; postbestelling; postbezorging

Wiktionary Übersetzungen für afzenden:

afzenden

verb

Se hâter d’exécuter ou de conclure quelque chose.
- expédier → afzenden; expediëren; verzenden

Computerübersetzung von Drittern: