Niederländisch
Detailübersetzungen für vervroegen (Niederländisch) ins Französisch
vervroegen:
-
vervroegen (vroeger uitvoeren dan gepland; naar voren plaatsen)
avancer; placer devant; anticiper; décaler l'heure du début de-
avancer Verb (avance, avances, avançons, avancez, avancent, avançais, avançait, avancions, avanciez, avançaient, avançai, avanças, avança, avançâmes, avançâtes, avancèrent, avancerai, avanceras, avancera, avancerons, avancerez, avanceront)
-
placer devant Verb
-
anticiper Verb (anticipe, anticipes, anticipons, anticipez, anticipent, anticipais, anticipait, anticipions, anticipiez, anticipaient, anticipai, anticipas, anticipa, anticipâmes, anticipâtes, anticipèrent, anticiperai, anticiperas, anticipera, anticiperons, anticiperez, anticiperont)
-
Konjugationen für vervroegen:
o.t.t.
- vervroeg
- vervroegt
- vervroegt
- vervroegen
- vervroegen
- vervroegen
o.v.t.
- vervroegde
- vervroegde
- vervroegde
- vervroegden
- vervroegden
- vervroegden
v.t.t.
- heb vervroegd
- hebt vervroegd
- heeft vervroegd
- hebben vervroegd
- hebben vervroegd
- hebben vervroegd
v.v.t.
- had vervroegd
- had vervroegd
- had vervroegd
- hadden vervroegd
- hadden vervroegd
- hadden vervroegd
o.t.t.t.
- zal vervroegen
- zult vervroegen
- zal vervroegen
- zullen vervroegen
- zullen vervroegen
- zullen vervroegen
o.v.t.t.
- zou vervroegen
- zou vervroegen
- zou vervroegen
- zouden vervroegen
- zouden vervroegen
- zouden vervroegen
diversen
- vervroeg!
- vervroegt!
- vervroegd
- vervroegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für vervroegen:
Wiktionary Übersetzungen für vervroegen:
vervroegen
verb
-
Faire avancer vite, accélérer.
Computerübersetzung von Drittern: