Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für schriel (Niederländisch) ins Französisch

schriel:

schriel Adjektiv

  1. schriel (droog; schraal)
    sec; pauvre; mince; désseché; frugal; aride; peu; maigre; minable; grêle; tari; misérable; pitoyable; chiche; malingre; pingre; ladre
  2. schriel (geen vet op de botten hebbende; mager; dun; schraal; iel)

Übersetzung Matrix für schriel:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
délié ophaal
misérable deugniet; ellendeling; etter; etterbak; fielt; flierefluiter; geitenbreier; guit; klier; kreng; lammeling; lamzak; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; mispunt; naarling; nietsnut; pauper; rakker; rotzak; schoft; schurk; slampamper; slapkous; smeerlap; smiecht; snaak; stinkerd; stuk ongeluk
peu beetje
sec droge
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
peu iets; wat
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aride droog; schraal; schriel bar; dor; droog; infertiel; kaal; onbegroeid; ongastvrij; onherbergzaam; onvruchtbaar; regenarm; ruig; schraal; steriel; verdord; verlept; verwelkt
chiche droog; schraal; schriel berooid; gierig; inhalig; karig; krap; krenterig; mager; niet overvloedig; pover; schraal; schraperig; vrekkig
délié dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel fijn; slank en smal
désseché droog; schraal; schriel
fluet dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel armzalig; fijn; karig; lang en dun; mager; piekerig; pover; schamel; schraal; slank en smal; spinachtig; sprietig
frugal droog; schraal; schriel dor; eenvoudig; frugaal; infertiel; karig; krap; matig; niet overvloedig; onvruchtbaar; schraal; sober
grêle droog; dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel fijn; lang en dun; mager; slank en smal; spichtig
ladre droog; schraal; schriel gierig; inhalig; krenterig; schraperig; vrekkig
maigre droog; dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel armelijk; armoedig; armzalig; benig; berooid; dun; fijn; fijngebouwd; halfvet; ingevallen; karig; laagcalorisch; lang en dun; lichtgebouwd; luizig; luttel; mager; piekerig; pover; rank; schamel; schooierig; schraal; slank; spinachtig; sprietig; tenger; vetarm; vetloos; weinig
malingre droog; schraal; schriel
minable droog; schraal; schriel achterbaks; armoedig; armzalig; bar; bedonderd; belazerd; deerniswekkend; diep ongelukkig; doortrapt; ellendig; erbarmelijk; erg; flodderig; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; haveloos; in het geniep; leep; listig; luizig; pover; rampzalig; schamel; schooierig; sjofel; sjofeltjes; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; verlopen
mince droog; dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel armzalig; berooid; dun; fijn; fijngebouwd; karig; lang en dun; lichtgebouwd; mager; piekerig; pover; rank; schamel; schraal; slank; slank en smal; spichtig; spinachtig; sprieterig; sprietig; tenger
misérable droog; schraal; schriel akelig; armelijk; armetierig; armoedig; armzalig; bar; bedonderd; belazerd; beroerd; deerniswekkend; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; ellendige; erbarmelijk; erg; flodderig; funest; futloos; haveloos; hokkerig; karig; kwijnend; lamlendig; lamzalig; luizig; lusteloos; mager; mat; meelijwekkend; miserabel; naar; noodlottig; ongelukkig; pover; rampzalig; schamel; schooierig; schraal; sjofel; sjofeltjes; slap; verlopen
pauvre droog; schraal; schriel arm; armelijk; armetierig; armoedig; armzalig; behoeftig; bekaaid; berooid; deerlijk; deplorabel; dor; ellendig; er bekaaid afkomen; flodderig; haveloos; hokkerig; inferieur; karig; kommerlijk; luizig; mager; meelijwekkend; minderwaardig; minvermogend; miserabel; noodlijdend; onbemiddeld; ondermaats; ondeugdelijk; ongegoed; onvermogend; pover; schamel; schooierig; schraal; sjofel; sjofeltjes; slecht; tweederangs; verlopen; zwak
peu droog; schraal; schriel luttel; weinig
pingre droog; schraal; schriel gierig; inhalig; krenterig; schraperig; vrekkig
pitoyable droog; schraal; schriel armzalig; bar; bedonderd; beklagenswaardig; belazerd; deerlijk; deerniswekkend; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; ellendige; erbarmelijk; erg; jammerlijk; karig; mager; meelijwekkend; miserabel; ontzettend; pover; rampzalig; schamel; schraal; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; stakkerig; verschrikkelijk; vreselijk; zielig
qui n'a que la peau et les os dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel
sec droog; schraal; schriel bar; bits; dor; droge; droog; droogjes; kattig; onbegroeid; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; onvriendelijk; pezig; pinnig; regenarm; sec; snauwerig; snibbig; spinnig; verdord; verlept; verwelkt; vinnig; zenig
tari droog; schraal; schriel

Verwandte Wörter für "schriel":


Wiktionary Übersetzungen für schriel:

schriel
adjective
  1. Qui ne suffire pas.
  2. Traductions à trier
  3. Qui est en petit nombre, qui se trouve difficilement.

Computerübersetzung von Drittern: