Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. gedurfd:
  2. durven:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gedurfd (Niederländisch) ins Französisch

gedurfd:

gedurfd Adjektiv

  1. gedurfd (gewaagd; pikant)
    audacieux; téméraire; risqué; hardi; osé

Übersetzung Matrix für gedurfd:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
téméraire waaghals
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
audacieux gedurfd; gewaagd; pikant brutaal; doldriest; driest; halsbrekend; koen; kranig; lichtzinnig; manmoedig; niet beschroomd; onbedeesd; onbeducht; onberaden; onbeschroomd; onbesuisd; onbevreesd; ondoordacht; onnadenkend; onverschrokken; onvervaard; overmoedig; roekeloos; stoutmoedig; vermetel; vrijmoedig; vrijpostig; waaghalzig
hardi gedurfd; gewaagd; pikant beslist; brutaal; dapper; doldriest; doortastend; ferm; halsbrekend; heldhaftig; heroïsch; kloek; koen; kordaat; krachtdadig; krachtig; kranig; lichtzinnig; manhaftig; manmoedig; moedig; niet beschroomd; onbeducht; onbeschroomd; onbevangen; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; overmoedig; roekeloos; stout; stoutmoedig; vermetel; vrijmoedig; vrijpostig; waaghalzig
osé gedurfd; gewaagd; pikant doldriest; lichtzinnig; overmoedig; roekeloos; smeuig; vermetel; waaghalzig
risqué gedurfd; gewaagd; pikant doldriest; gevaarlijk; hachelijk; lichtzinnig; overmoedig; risicovol; riskant; roekeloos; smeuig; vermetel; waaghalzig
téméraire gedurfd; gewaagd; pikant baldadig; brutaal; dapper; doldriest; halsbrekend; heldhaftig; heroïsch; kloek; lichtzinnig; moedig; niet beschroomd; onberaden; onbeschroomd; onbesuisd; ondoordacht; onnadenkend; onversaagd; onverschrokken; overmoedig; roekeloos; stout; stoutmoedig; vermetel; vrijmoedig; vrijpostig; waaghalzig; zonder vrees

Verwandte Wörter für "gedurfd":

  • gedurfdheid, gedurfder, gedurfdere

Wiktionary Übersetzungen für gedurfd:

gedurfd
Cross Translation:
FromToVia
gedurfd courageux daring — courageous

durven:

durven Verb (durf, durft, durfde, durfden, gedurfd)

  1. durven (riskeren; wagen; avonturen)
    oser; risquer; hasarder; aventurer
    • oser Verb (ose, oses, osons, osez, )
    • risquer Verb (risque, risques, risquons, risquez, )
    • hasarder Verb (hasarde, hasardes, hasardons, hasardez, )
    • aventurer Verb (aventure, aventures, aventurons, aventurez, )

Konjugationen für durven:

o.t.t.
  1. durf
  2. durft
  3. durft
  4. durven
  5. durven
  6. durven
o.v.t.
  1. durfde
  2. durfde
  3. durfde
  4. durfden
  5. durfden
  6. durfden
v.t.t.
  1. heb gedurfd
  2. hebt gedurfd
  3. heeft gedurfd
  4. hebben gedurfd
  5. hebben gedurfd
  6. hebben gedurfd
v.v.t.
  1. had gedurfd
  2. had gedurfd
  3. had gedurfd
  4. hadden gedurfd
  5. hadden gedurfd
  6. hadden gedurfd
o.t.t.t.
  1. zal durven
  2. zult durven
  3. zal durven
  4. zullen durven
  5. zullen durven
  6. zullen durven
o.v.t.t.
  1. zou durven
  2. zou durven
  3. zou durven
  4. zouden durven
  5. zouden durven
  6. zouden durven
diversen
  1. durf!
  2. durft!
  3. gedurfd
  4. durvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

durven [znw.] Nomen

  1. durven (wagen)
    le courage; l'audace

Übersetzung Matrix für durven:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
audace durven; wagen aanmatiging; brutaliteit; driestheid; durf; gewaagdheid; impertinentie; inbeelding; indiscretie; kloekheid; koenheid; laatdunkendheid; lef; moed; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onbeschroomdheid; onbesuisdheid; onkiesheid; onverschrokkenheid; onwelgevoegelijkheid; overmoed; roekeloosheid; schaamteloosheid; stoutmoedigheid; vermetelheid; verwaandheid; vrijpostigheid; waaghalzerij; zelfverheffing
courage durven; wagen dapperheid; driestheid; durf; gewaagdheid; heldenmoed; heldhaftigheid; kloekheid; koenheid; kranigheid; lef; moed; onversaagdheid; onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; vermetelheid
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aventurer avonturen; durven; riskeren; wagen avonturieren
hasarder avonturen; durven; riskeren; wagen avonturieren
oser avonturen; durven; riskeren; wagen aandurven; avonturieren
risquer avonturen; durven; riskeren; wagen avonturieren
- wagen

Verwandte Wörter für "durven":


Synonyms for "durven":


Antonyme für "durven":


Verwandte Definitionen für "durven":

  1. je niet door angst of onzekerheid laten tegenhouden1
    • Hij is niet bang, hij durft wel op de ladder.1

Wiktionary Übersetzungen für durven:

durven
verb
  1. ~ te de moed hebben iets te doen
durven
verb
  1. Être assez téméraire, assez hardi pour
  2. Avoir la hardiesse, l’audace de dire, de faire quelque chose.

Cross Translation:
FromToVia
durven oser dare — to have courage