Niederländisch
Detailübersetzungen für verwedden (Niederländisch) ins Französisch
verwedden:
-
verwedden (inzetten; wedden)
parier; miser; perdre-
parier Verb (parie, paries, parions, pariez, parient, pariais, pariait, pariions, pariiez, pariaient, pariai, parias, paria, pariâmes, pariâtes, parièrent, parierai, parieras, pariera, parierons, parierez, parieront)
-
miser Verb (mise, mises, misons, misez, misent, misais, misait, misions, misiez, misaient, misai, misas, misa, misâmes, misâtes, misèrent, miserai, miseras, misera, miserons, miserez, miseront)
-
perdre Verb (perds, perd, perdons, perdez, perdent, perdais, perdait, perdions, perdiez, perdaient, perdis, perdit, perdîmes, perdîtes, perdirent, perdrai, perdras, perdra, perdrons, perdrez, perdront)
-
Konjugationen für verwedden:
o.t.t.
- verwed
- verwedt
- verwedt
- verwedden
- verwedden
- verwedden
o.v.t.
- verwedde
- verwedde
- verwedde
- verwedden
- verwedden
- verwedden
v.t.t.
- heb verwed
- hebt verwed
- heeft verwed
- hebben verwed
- hebben verwed
- hebben verwed
v.v.t.
- had verwed
- had verwed
- had verwed
- hadden verwed
- hadden verwed
- hadden verwed
o.t.t.t.
- zal verwedden
- zult verwedden
- zal verwedden
- zullen verwedden
- zullen verwedden
- zullen verwedden
o.v.t.t.
- zou verwedden
- zou verwedden
- zou verwedden
- zouden verwedden
- zouden verwedden
- zouden verwedden
diversen
- verwed!
- verwedt!
- verwed
- verweddend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für verwedden:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
miser | inzetten; verwedden; wedden | mobiliseren |
parier | inzetten; verwedden; wedden | een gok wagen; gokken |
perdre | inzetten; verwedden; wedden | afraken van; erbij inschieten; floepen; glippen; kwijt raken; kwijtraken; missen; onderspit delven; verbeuren; vergokken; vergooien; verliezen; verloren gaan; vermissen; verspelen; wegglippen; wegmaken; wegraken; zoek maken; zoek raken; zoekmaken; zoekraken |