Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. verzadigen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verzadigen (Niederländisch) ins Französisch

verzadigen:

verzadigen Verb (verzadig, verzadigt, verzadigde, verzadigden, verzadigd)

  1. verzadigen (verzadigd maken)
    saturer; rassasier
    • saturer Verb (sature, satures, saturons, saturez, )
    • rassasier Verb (rassasie, rassasies, rassasions, rassasiez, )
  2. verzadigen (zich de buik vol eten)
    apaiser; satisfaire; assouvir; rassasier; assouvir son appétit; se remplir le ventre
    • apaiser Verb (apaise, apaises, apaisons, apaisez, )
    • satisfaire Verb (satisfais, satisfait, satisfaisons, satisfaites, )
    • assouvir Verb (assouvis, assouvit, assouvissons, assouvissez, )
    • rassasier Verb (rassasie, rassasies, rassasions, rassasiez, )

Konjugationen für verzadigen:

o.t.t.
  1. verzadig
  2. verzadigt
  3. verzadigt
  4. verzadigen
  5. verzadigen
  6. verzadigen
o.v.t.
  1. verzadigde
  2. verzadigde
  3. verzadigde
  4. verzadigden
  5. verzadigden
  6. verzadigden
v.t.t.
  1. heb verzadigd
  2. hebt verzadigd
  3. heeft verzadigd
  4. hebben verzadigd
  5. hebben verzadigd
  6. hebben verzadigd
v.v.t.
  1. had verzadigd
  2. had verzadigd
  3. had verzadigd
  4. hadden verzadigd
  5. hadden verzadigd
  6. hadden verzadigd
o.t.t.t.
  1. zal verzadigen
  2. zult verzadigen
  3. zal verzadigen
  4. zullen verzadigen
  5. zullen verzadigen
  6. zullen verzadigen
o.v.t.t.
  1. zou verzadigen
  2. zou verzadigen
  3. zou verzadigen
  4. zouden verzadigen
  5. zouden verzadigen
  6. zouden verzadigen
diversen
  1. verzadig!
  2. verzadigt!
  3. verzadigd
  4. verzadigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verzadigen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
apaiser verzadigen; zich de buik vol eten afkoelen; bedaren; bedwingen; begeerte stillen; beheersen; bemoedigen; beteugelen; bevredigen; dempen; geruststellen; intomen; kalmeren; koel worden; matigen; ondersteunen; opbeuren; sussen; temperen; tevreden stellen; tot kalmte manen; troosten; vergenoegen; vertroosten; voldoening geven; zich matigen; zich verzoenen met
assouvir verzadigen; zich de buik vol eten begeerte stillen; bevredigen; lessen; stillen; tevreden stellen; vergenoegen; voldoening geven
assouvir son appétit verzadigen; zich de buik vol eten begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven
rassasier verzadigd maken; verzadigen; zich de buik vol eten begeerte stillen; bevredigen; honger stillen; voldoening geven
satisfaire verzadigen; zich de buik vol eten begeerte stillen; bevredigen; rekening betalen; tevreden stellen; tevredenstellen; vergenoegen; voldoen; voldoening geven; volstaan
saturer verzadigd maken; verzadigen overvoeren
se remplir le ventre verzadigen; zich de buik vol eten

Wiktionary Übersetzungen für verzadigen:

verzadigen
Cross Translation:
FromToVia
verzadigen rassasier satiate — satisfy

Computerübersetzung von Drittern: