Echo: niederländische und französische Suchergebnisse gefunden im Interglot Wörterbuch

Remove Ads

Übersicht

Niederländisch nach Französisch: mehr Daten

echo:
- écho; résonance; retentissement; réflexion; répercussion
ECHO:
- ECHO
echoën:
- se répercuter; résonner; réverbérer en echo; trouver des échos; renvoyer; retentir; répéter; redire; se faire l'echo de
Wiktionary:
- echo → écho, répercussion
- echo → écho, echo

Französisch nach Niederländisch: mehr Daten

ECHO:
- ECHO
écho:
- echo; weerklank; geluidsweerkaatsing; weergalm; gegalm; luidkeelse uitroep; geschal; resonantie; klankweerkaatsing; galm
Wiktionary:
- echo → weerklank, echo
- écho → echo, nagalm, naklank, weerklank
- écho → echo

Niederländisch

Detailübersetzungen für echo (Niederländisch) ins Französisch

echo:

echo [de ~ (m)] Nomen

de echo (geluidsweerkaatsing; weerklank; weergalm)
l'écho; la résonance; le retentissement; la réflexion; la répercussion
- écho [le ~] Nomen
- résonance [la ~] Nomen
- retentissement [le ~] Nomen
- réflexion [la ~] Nomen
- répercussion [la ~] Nomen
de echo
l'écho
- écho [le ~] Nomen

Übersetzung Matrix für echo:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
retentissement	echo; geluidsweerkaatsing; weergalm; weerklank	gegalm; geschal; luidkeelse uitroep; nagalm
réflexion	echo; geluidsweerkaatsing; weergalm; weerklank	afspiegeling; afweging; begrip; bespiegeling; bezinning; conceptie; denkbeeld; gedachte; gemijmer; gepeins; getob; gezichtspunt; heroverweging; idee; inkeer; interpretatie; inzicht; lezing; meditatie; mening; mentale voorstelling; mijmering; notie; oordeel; opinie; opvatting; overdenking; overdenking met commentaar; overpeinzing; overweging; reflectie; spiegelbeeld; standpunt; tobben; visie; zienswijze
répercussion	echo; geluidsweerkaatsing; weergalm; weerklank	repercussie; terugslag; terugstoot
résonance	echo; geluidsweerkaatsing; weergalm; weerklank	galm; gegalm; geschal; klankweerkaatsing; luidkeelse uitroep; resonantie
écho	echo; geluidsweerkaatsing; weergalm; weerklank	galm; gegalm; geschal; klankweerkaatsing; luidkeelse uitroep; resonantie

Wiktionary Übersetzungen für echo:

echo

noun

een hoorbare terugkaatsing van een gemaakt geluid
- echo → écho

echo

noun

didactique|fr renvoi, réflexion (en parlant des sons, de la lumière, de la chaleur).
- répercussion → echo; nagalm; naklank; weerklank; terugzending; reactie; terugslag; weerslag
répétition du son lorsqu’il frappe contre un corps qui le renvoyer plus ou moins distinctement.
- écho → echo; nagalm; naklank; weerklank

Cross Translation:

From	To	Via
• echo	→ écho	↔ echo — reflected sound
• echo	→ echo	↔ reverberation — An echo, or a series of overlapping echos.
• echo	→ écho	↔ Echo — Reflexion von Schallwellen, so dass man das ursprüngliche Geräusch zwei- oder mehrfach hört

ECHO:

ECHO

ECHO
ECHO
- ECHO

Übersetzung Matrix für ECHO:

Other	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
ECHO	ECHO

echoën:

echoën Verb (echo, echoot, echode, echoden, geëchood)

echoën (naklinken; galmen; weerklinken)
se répercuter; résonner; réverbérer en echo; trouver des échos
- se répercuter Verb
- résonner Verb (résonne, résonnes, résonnons, résonnez, résonnent, résonnais, résonnait, résonnions, résonniez, résonnaient, résonnai, résonnas, résonna, résonnâmes, résonnâtes, résonnèrent, résonnerai, résonneras, résonnera, résonnerons, résonnerez, résonneront)
- réverbérer en echo Verb (réverbère, réverbères, réverbérons, réverbérez, réverbèrent, réverbérais, réverbérait, réverbérions, réverbériez, réverbéraient, réverbérai, réverbéras, réverbéra, réverbérâmes, réverbérâtes, réverbérèrent, réverbérerai, réverbéreras, réverbérera, réverbérerons, réverbérerez, réverbéreront)
- trouver des échos Verb
echoën (weergalmen; resoneren; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen; galmen; schallen)
résonner; renvoyer; retentir; se répercuter; réverbérer en echo; trouver des échos
- résonner Verb (résonne, résonnes, résonnons, résonnez, résonnent, résonnais, résonnait, résonnions, résonniez, résonnaient, résonnai, résonnas, résonna, résonnâmes, résonnâtes, résonnèrent, résonnerai, résonneras, résonnera, résonnerons, résonnerez, résonneront)
- renvoyer Verb (renvoie, renvoies, renvoyons, renvoyez, renvoient, renvoyais, renvoyait, renvoyions, renvoyiez, renvoyaient, renvoyai, renvoyas, renvoya, renvoyâmes, renvoyâtes, renvoyèrent, renverrai, renverras, renverra, renverrons, renverrez, renverront)
- retentir Verb (retentis, retentit, retentissons, retentissez, retentissent, retentissais, retentissait, retentissions, retentissiez, retentissaient, retentîmes, retentîtes, retentirent, retentirai, retentiras, retentira, retentirons, retentirez, retentiront)
- se répercuter Verb
- réverbérer en echo Verb (réverbère, réverbères, réverbérons, réverbérez, réverbèrent, réverbérais, réverbérait, réverbérions, réverbériez, réverbéraient, réverbérai, réverbéras, réverbéra, réverbérâmes, réverbérâtes, réverbérèrent, réverbérerai, réverbéreras, réverbérera, réverbérerons, réverbérerez, réverbéreront)
- trouver des échos Verb
echoën (nazeggen; herhalen; napraten; nabouwen)
répéter; redire; résonner; retentir; se faire l'echo de
- répéter Verb (répète, répètes, répétons, répétez, répètent, répétais, répétait, répétions, répétiez, répétaient, répétai, répétas, répéta, répétâmes, répétâtes, répétèrent, répéterai, répéteras, répétera, répéterons, répéterez, répéteront)
- redire Verb (redis, redit, redisons, redites, redisent, redisais, redisait, redisions, redisiez, redisaient, redîmes, redîtes, redirent, redirai, rediras, redira, redirons, redirez, rediront)
- résonner Verb (résonne, résonnes, résonnons, résonnez, résonnent, résonnais, résonnait, résonnions, résonniez, résonnaient, résonnai, résonnas, résonna, résonnâmes, résonnâtes, résonnèrent, résonnerai, résonneras, résonnera, résonnerons, résonnerez, résonneront)
- retentir Verb (retentis, retentit, retentissons, retentissez, retentissent, retentissais, retentissait, retentissions, retentissiez, retentissaient, retentîmes, retentîtes, retentirent, retentirai, retentiras, retentira, retentirons, retentirez, retentiront)
- se faire l'echo de Verb
echoën (terugkaatsen; reflecteren; stuiten; weerkaatsen; terugstoten)
résonner; retentir
- résonner Verb (résonne, résonnes, résonnons, résonnez, résonnent, résonnais, résonnait, résonnions, résonniez, résonnaient, résonnai, résonnas, résonna, résonnâmes, résonnâtes, résonnèrent, résonnerai, résonneras, résonnera, résonnerons, résonnerez, résonneront)
- retentir Verb (retentis, retentit, retentissons, retentissez, retentissent, retentissais, retentissait, retentissions, retentissiez, retentissaient, retentîmes, retentîtes, retentirent, retentirai, retentiras, retentira, retentirons, retentirez, retentiront)

Konjugationen für echoën:

o.t.t.

echo
echoot
echoot
echoën
echoën
echoën

o.v.t.

echode
echode
echode
echoden
echoden
echoden

v.t.t.

heb geëchood
hebt geëchood
heeft geëchood
hebben geëchood
hebben geëchood
hebben geëchood

v.v.t.

had geëchood
had geëchood
had geëchood
hadden geëchood
hadden geëchood
hadden geëchood

o.t.t.t.

zal echoën
zult echoën
zal echoën
zullen echoën
zullen echoën
zullen echoën

o.v.t.t.

zou echoën
zou echoën
zou echoën
zouden echoën
zouden echoën
zouden echoën

diversen

echo!
echoot!
geëchood
echoënd

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für echoën:

Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
redire	echoën; herhalen; nabouwen; napraten; nazeggen	hervatten; navertellen; opnieuw beginnen
renvoyer	echoën; galmen; resoneren; schallen; weergalmen; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen	afmarcheren; afnemen; afschepen; afschrikken; afwimpelen; afzonderen; bang maken; ecarteren; laten inrukken; lichten; omruilen; omwisselen; ontheffen; ontslaan; opschorten; opschuiven; opsturen; pasporteren; posten; reflecteren; rekken; restitueren; retourneren; ruilen; sturen; terugbrengen; teruggeven; terugkaatsen; terugsturen; terugzenden; toewerpen; toezenden; uitstellen; uitsturen; verdagen; verplaatsen; verschrikken; verschuiven; vertragen; vervreemden; verwijderen; verwijzen naar; verwisselen; verzenden; voor zich uitschuiven; weerspiegelen; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegsturen; wegwerken; wegzenden; wisselen
retentir	echoën; galmen; herhalen; nabouwen; napraten; nazeggen; reflecteren; resoneren; schallen; stuiten; terugkaatsen; terugstoten; weergalmen; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen	galmen; hoorbaar zijn; klateren; kletteren; klingelen; luidkeels iets verkondigen; met krachtige stem zingen; rammelen; rinkelen; schallen; schetteren; tetteren; tingelen; tinkelen; weerklinken; weerschallen
répéter	echoën; herhalen; nabouwen; napraten; nazeggen	de draad weer oppakken; herhalen; hernemen; hervatten; navertellen; oefenen; opnieuw beginnen; repeteren; uitstellen
résonner	echoën; galmen; herhalen; nabouwen; naklinken; napraten; nazeggen; reflecteren; resoneren; schallen; stuiten; terugkaatsen; terugstoten; weergalmen; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen	galmen; hoorbaar zijn; klank voortbrengen; kletteren; klinken; luiden; met krachtige stem zingen; rammelen; schallen; weerklinken; weerschallen
réverbérer en echo	echoën; galmen; naklinken; resoneren; schallen; weergalmen; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen	schallen; weerschallen
se faire l'echo de	echoën; herhalen; nabouwen; napraten; nazeggen
se répercuter	echoën; galmen; naklinken; resoneren; schallen; weergalmen; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen	schallen; weerschallen
trouver des échos	echoën; galmen; naklinken; resoneren; schallen; weergalmen; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen	schallen; weerschallen

Französisch

Detailübersetzungen für echo (Französisch) ins Niederländisch

ECHO:

ECHO

ECHO
ECHO
- ECHO

Übersetzung Matrix für ECHO:

Other	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
ECHO	ECHO

écho:

écho [le ~] Nomen

l'écho (retentissement; résonance; réflexion; répercussion)
de echo; de weerklank; geluidsweerkaatsing; de weergalm
- echo [de ~ (m)] Nomen
- weerklank [de ~ (m)] Nomen
- geluidsweerkaatsing [znw.] Nomen
- weergalm [de ~ (m)] Nomen
l'écho (éclat de voix; résonance; retentissement; beuglement; braillement; grand cri; cri à tue-tête)
het gegalm; luidkeelse uitroep; het geschal
- gegalm [het ~] Nomen
- luidkeelse uitroep [znw.] Nomen
- geschal [het ~] Nomen
l'écho (résonance)
de resonantie; klankweerkaatsing; de galm
- resonantie [de ~ (v)] Nomen
- klankweerkaatsing [znw.] Nomen
- galm [de ~ (m)] Nomen
l'écho
de echo
- echo [de ~ (m)] Nomen

Übersetzung Matrix für écho:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
echo	retentissement; réflexion; répercussion; résonance; écho
galm	résonance; écho
gegalm	beuglement; braillement; cri à tue-tête; grand cri; retentissement; résonance; écho; éclat de voix
geluidsweerkaatsing	retentissement; réflexion; répercussion; résonance; écho
geschal	beuglement; braillement; cri à tue-tête; grand cri; retentissement; résonance; écho; éclat de voix	clairons; flonflons; son du cor
klankweerkaatsing	résonance; écho
luidkeelse uitroep	beuglement; braillement; cri à tue-tête; grand cri; retentissement; résonance; écho; éclat de voix
resonantie	résonance; écho
weergalm	retentissement; réflexion; répercussion; résonance; écho
weerklank	retentissement; réflexion; répercussion; résonance; écho

Synonyms for "écho":

anecdote; histoire; fait; événement; récit; conte; fable; assonance; consonance; allitération; rime; concordance; harmonie; réverbération; nouvelle; information; dépêche; bruit; neuve; récente; originale; inédite; moderne; résonance; retentissement; sonorité; réflexion

Wiktionary Übersetzungen für écho:

écho

noun

répétition du son lorsqu’il frappe contre un corps qui le renvoyer plus ou moins distinctement.
- écho → echo; nagalm; naklank; weerklank

écho

noun

een hoorbare terugkaatsing van een gemaakt geluid
- echo → écho

Cross Translation:

From	To	Via
• écho	→ echo	↔ echo — reflected sound
• écho	→ echo	↔ Echo — Reflexion von Schallwellen, so dass man das ursprüngliche Geräusch zwei- oder mehrfach hört

Wiktionary Übersetzungen für echo:

Cross Translation:

From	To	Via
• echo	→ weerklank; echo	↔ reverberation — An echo, or a series of overlapping echos.

Niederländische und französische Suchergebnisse für: echo

Detailübersetzungen für echo (Niederländisch) ins Französisch

echo:

echo [de ~ (m)] Nomen

de echo (geluidsweerkaatsing; weerklank; weergalm)

de echo

Übersetzung Matrix für echo:

Verwandte Wörter für "echo":

Wiktionary Übersetzungen für echo:

ECHO:

ECHO

ECHO

Übersetzung Matrix für ECHO:

echoën:

echoën Verb (echo, echoot, echode, echoden, geëchood)

echoën (naklinken; galmen; weerklinken)

echoën (weergalmen; resoneren; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen; galmen; schallen)

echoën (nazeggen; herhalen; napraten; nabouwen)

echoën (terugkaatsen; reflecteren; stuiten; weerkaatsen; terugstoten)

Konjugationen für echoën:

o.t.t.

o.v.t.

v.t.t.

v.v.t.

o.t.t.t.

o.v.t.t.

diversen

Übersetzung Matrix für echoën:

Detailübersetzungen für echo (Französisch) ins Niederländisch

ECHO:

ECHO

ECHO

Übersetzung Matrix für ECHO:

écho:

écho [le ~] Nomen

l'écho (retentissement; résonance; réflexion; répercussion)

l'écho (éclat de voix; résonance; retentissement; beuglement; braillement; grand cri; cri à tue-tête)

l'écho (résonance)

l'écho

Übersetzung Matrix für écho:

Synonyms for "écho":

Wiktionary Übersetzungen für écho:

Wiktionary Übersetzungen für echo:

Verwandte Übersetzungen für echo