Niederländisch
Detailübersetzungen für schuilen (Niederländisch) ins Französisch
schuilen:
-
schuilen (toevluchten; uitwijken; wegkruipen)
se réfugier; se cacher; s'abriter; se mettre à l'abri-
se réfugier Verb
-
se cacher Verb
-
s'abriter Verb
-
se mettre à l'abri Verb
-
Konjugationen für schuilen:
o.t.t.
- schuil
- schuilt
- schuilt
- schuilen
- schuilen
- schuilen
o.v.t.
- schuilde
- schuilde
- schuilde
- schuilden
- schuilden
- schuilden
v.t.t.
- heb geschuild
- hebt geschuild
- heeft geschuild
- hebben geschuild
- hebben geschuild
- hebben geschuild
v.v.t.
- had geschuild
- had geschuild
- had geschuild
- hadden geschuild
- hadden geschuild
- hadden geschuild
o.t.t.t.
- zal schuilen
- zult schuilen
- zal schuilen
- zullen schuilen
- zullen schuilen
- zullen schuilen
o.v.t.t.
- zou schuilen
- zou schuilen
- zou schuilen
- zouden schuilen
- zouden schuilen
- zouden schuilen
en verder
- ben geschuild
- bent geschuild
- is geschuild
- zijn geschuild
- zijn geschuild
- zijn geschuild
diversen
- schuil!
- schuilt!
- geschuild
- schuilend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für schuilen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
s'abriter | schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen | bescherming zoeken; verschuilen; verstoppen |
se cacher | schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen | bescherming zoeken; onderduiken; verschuilen; verstoppen; zich schuilhouden |
se mettre à l'abri | schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen | bescherming zoeken; verschuilen; verstoppen |
se réfugier | schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen |
Verwandte Definitionen für "schuilen":
Computerübersetzung von Drittern: