Niederländisch
Detailübersetzungen für fractuur (Niederländisch) ins Französisch
fractuur:
Übersetzung Matrix für fractuur:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
fracture | breuk; fractuur | beenbreuk |
hernie | breuk; fractuur | bobbel; hernia; uitpuiling; uitstulping |
interruption | breuk; fractuur | IRQ; bemoeienis; breuk; inlating; inmenging; interrupt; interruptaanvraag; interruptie; lunch; lunchpauze; lunchtijd; middagpauze; onderbreken; onderbreking; opstootje; ordeverstoring; rel; schafttijd; schaftuur; stoornis; storing; stremming; trap; vastlopen; verbreken; verbreking; verstoring |
pause | breuk; fractuur | afleiding; cesuur; etenstijd; interim; kloof; lunch; lunchpauze; lunchtijd; middagpauze; onderbreken; onderbreking; opening; pauze; pauzeren; rustpauze; schafttijd; schaftuur; speelkwartier; spleet; tussenpoos; tussenruimte; tussentijd; uitsparing; verbreken; verpozing; verstrooiing; verzet; verzetje |
rupture | breuk; fractuur | afbreking; barst; breken; breuk; krak; ruptuur; scheur; scheuring |