Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. aanscherpen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für aanscherpen (Niederländisch) ins Französisch

aanscherpen:

aanscherpen Verb

  1. aanscherpen (intensiveren; versterken; toespitsen; verhevigen)
    intensifier; renforcer; amplifier; envenimer; consolider; aggraver; rendre intense; escaler; s'aggraver; s'envenimer
    • intensifier Verb (intensifie, intensifies, intensifions, intensifiez, )
    • renforcer Verb (renforce, renforces, renforçons, renforcez, )
    • amplifier Verb (amplifie, amplifies, amplifions, amplifiez, )
    • envenimer Verb (envenime, envenimes, envenimons, envenimez, )
    • consolider Verb (consolide, consolides, consolidons, consolidez, )
    • aggraver Verb (aggrave, aggraves, aggravons, aggravez, )
    • escaler Verb
    • s'aggraver Verb
  2. aanscherpen (aanspitsen)

Übersetzung Matrix für aanscherpen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aggraver aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken aanmoedigen; bemoeilijken; erger maken; escaleren; iemand motiveren; moeilijker maken; prikkelen; stimuleren; uit de hand lopen; verergeren; verzwaren; zwaarder maken
amplifier aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; opzetten; stijgen; talrijker maken; toenemen; uitbreiden; vergroten; vermeerderen
consolider aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken bestendigen; consolideren; dragen; ondersteunen; schoren; schragen; solidair maken; solidariseren; sterken; sterker maken; sterker worden; steunen; stutten; versterken; verstevigen
envenimer aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken escaleren; uit de hand lopen
escaler aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken escaleren; uit de hand lopen
exacerber aanscherpen; aanspitsen
intensifier aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken aanhalen; escaleren; opvoeren; uit de hand lopen; vergroten; verscherpen
rendre intense aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken
renforcer aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken aandikken; aanhalen; bevestigen; bezwaren; consolideren; ergens aan bevestigen; gewicht toevoegen; iets overdreven voorstellen; opblazen; opkloppen; opschroeven; overdreven voorstellen; overdrijven; sterken; sterker maken; sterker worden; vastmaken; vastzetten; verscherpen; versterken; verstevigen; verzwaren; zwaarder maken
s'aggraver aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken bezwaren; erger worden; escaleren; gewicht toevoegen; uit de hand lopen; verergeren; verslechteren; verzwaren; zwaarder maken
s'envenimer aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken escaleren; uit de hand lopen

Wiktionary Übersetzungen für aanscherpen:

aanscherpen
verb
  1. scherper maken

Cross Translation:
FromToVia
aanscherpen affiler; affûter; aiguiser sharpen — to make sharp