Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für etaleren (Niederländisch) ins Französisch
etaleren:
-
etaleren (tonen; tentoonstellen; uitstallen)
exposer; étaler; exhiber-
exposer Verb (expose, exposes, exposons, exposez, exposent, exposais, exposait, exposions, exposiez, exposaient, exposai, exposas, exposa, exposâmes, exposâtes, exposèrent, exposerai, exposeras, exposera, exposerons, exposerez, exposeront)
-
étaler Verb (étale, étales, étalons, étalez, étalent, étalais, étalait, étalions, étaliez, étalaient, étalai, étalas, étala, étalâmes, étalâtes, étalèrent, étalerai, étaleras, étalera, étalerons, étalerez, étaleront)
-
exhiber Verb (exhibe, exhibes, exhibons, exhibez, exhibent, exhibais, exhibait, exhibions, exhibiez, exhibaient, exhibai, exhibas, exhiba, exhibâmes, exhibâtes, exhibèrent, exhiberai, exhiberas, exhibera, exhiberons, exhiberez, exhiberont)
-
Konjugationen für etaleren:
o.t.t.
- etaleer
- etaleert
- etaleert
- etaleren
- etaleren
- etaleren
o.v.t.
- etaleerde
- etaleerde
- etaleerde
- etaleerden
- etaleerden
- etaleerden
v.t.t.
- heb geëtaleerd
- hebt geëtaleerd
- heeft geëtaleerd
- hebben geëtaleerd
- hebben geëtaleerd
- hebben geëtaleerd
v.v.t.
- had geëtaleerd
- had geëtaleerd
- had geëtaleerd
- hadden geëtaleerd
- hadden geëtaleerd
- hadden geëtaleerd
o.t.t.t.
- zal etaleren
- zult etaleren
- zal etaleren
- zullen etaleren
- zullen etaleren
- zullen etaleren
o.v.t.t.
- zou etaleren
- zou etaleren
- zou etaleren
- zouden etaleren
- zouden etaleren
- zouden etaleren
en verder
- is geëtaleerd
- zijn geëtaleerd
diversen
- etaleer!
- etaleert!
- geëtaleerd
- etalerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für etaleren:
Wiktionary Übersetzungen für etaleren:
etaleren
Cross Translation:
verb
etaleren
-
(overgankelijk) uitstallen, tentoonspreiden
- etaleren → étaler
verb
-
Déplacer vers le haut.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• etaleren | → frimer | ↔ angeben — sich wichtiger erscheinen lassen als man ist: prahlen, protzen |
• etaleren | → exposer | ↔ ausstellen — zur Schau stellen |
Französisch
Detailübersetzungen für etaleren (Französisch) ins Niederländisch
etaleren: (*Wort und Satz getrennt)
- étaler: opvallen; uitsteken; afsteken; uitspringen; eruit springen; in het oog lopen; tonen; tentoonstellen; uitstallen; etaleren; tentoonspreiden; geuren; pronken; pralen; te kijk lopen met; verspreiden; uitzenden; verdeler; uitspreiden; uitzaaien; verbreiden; klaar leggen; rondstrooien; verbreider; verstrooien; vertonen; exposeren; voor ogen brengen; uitklappen; uitslaan; uitsmeren; ontvouwen; uitvouwen; openvouwen; openspreiden; uitdijen; uitzwellen
- rené: herboren