Niederländisch
Detailübersetzungen für krioelen (Niederländisch) ins Französisch
krioelen:
-
krioelen (kruipen; wemelen)
fourmiller; grouiller-
fourmiller Verb (fourmille, fourmilles, fourmillons, fourmillez, fourmillent, fourmillais, fourmillait, fourmillions, fourmilliez, fourmillaient, fourmillai, fourmillas, fourmilla, fourmillâmes, fourmillâtes, fourmillèrent, fourmillerai, fourmilleras, fourmillera, fourmillerons, fourmillerez, fourmilleront)
-
grouiller Verb (grouille, grouilles, grouillons, grouillez, grouillent, grouillais, grouillait, grouillions, grouilliez, grouillaient, grouillai, grouillas, grouilla, grouillâmes, grouillâtes, grouillèrent, grouillerai, grouilleras, grouillera, grouillerons, grouillerez, grouilleront)
-
Konjugationen für krioelen:
o.t.t.
- krioel
- krioelt
- krioelt
- krioelen
- krioelen
- krioelen
o.v.t.
- krioelde
- krioelde
- krioelde
- krioelden
- krioelden
- krioelden
v.t.t.
- ben gekrioeld
- bent gekrioeld
- is gekrioeld
- zijn gekrioeld
- zijn gekrioeld
- zijn gekrioeld
v.v.t.
- was gekrioeld
- was gekrioeld
- was gekrioeld
- waren gekrioeld
- waren gekrioeld
- waren gekrioeld
o.t.t.t.
- zal krioelen
- zult krioelen
- zal krioelen
- zullen krioelen
- zullen krioelen
- zullen krioelen
o.v.t.t.
- zou krioelen
- zou krioelen
- zou krioelen
- zouden krioelen
- zouden krioelen
- zouden krioelen
en verder
- hebben gekrioeld
diversen
- krioel!
- krioelt!
- gekrioeld
- krioelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für krioelen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
fourmiller | krioelen; kruipen; wemelen | wemelen; wriemelen |
grouiller | krioelen; kruipen; wemelen | knisperen; ritselen; wemelen; wriemelen |