Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Französisch ->Suche: speeksel afscheiden

Niederländische und französische Suchergebnisse für: speeksel afscheiden

Übersicht

Niederländisch nach Französisch: mehr Daten

speeksel afscheiden:
- Wiktionary:
  speeksel afscheiden → baver

Niederländisch

Detailübersetzungen für speeksel afscheiden (Niederländisch) ins Französisch

speeksel afscheiden: ^{(*Wort und Satz getrennt)}

speeksel: salive; bave; crachats
afscheiden: séparer; isoler; détacher; dissocier; découpler; fissionner; dégager; décharger; déverser; évacuer; déporter; éjecter; excréter

Spelling Suggestions for: speeksel afscheiden

speekselafscheiding

Wiktionary Übersetzungen für speeksel afscheiden:

speeksel afscheiden

verb

jeter de la bave.
- baver → kwijlen; speeksel afscheiden; zabberen; zeveren

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für speeksel afscheiden