Niederländisch
Detailübersetzungen für misvormen (Niederländisch) ins Französisch
misvormen:
-
misvormen (verminken; mismaken)
mutiler; défigurer; déformer-
mutiler Verb (mutile, mutiles, mutilons, mutilez, mutilent, mutilais, mutilait, mutilions, mutiliez, mutilaient, mutilai, mutilas, mutila, mutilâmes, mutilâtes, mutilèrent, mutilerai, mutileras, mutilera, mutilerons, mutilerez, mutileront)
-
défigurer Verb (défigure, défigures, défigurons, défigurez, défigurent, défigurais, défigurait, défigurions, défiguriez, défiguraient, défigurai, défiguras, défigura, défigurâmes, défigurâtes, défigurèrent, défigurerai, défigureras, défigurera, défigurerons, défigurerez, défigureront)
-
déformer Verb (déforme, déformes, déformons, déformez, déforment, déformais, déformait, déformions, déformiez, déformaient, déformai, déformas, déforma, déformâmes, déformâtes, déformèrent, déformerai, déformeras, déformera, déformerons, déformerez, déformeront)
-
Konjugationen für misvormen:
o.t.t.
- misvorm
- misvormt
- misvormt
- misvormen
- misvormen
- misvormen
o.v.t.
- misvormde
- misvormde
- misvormde
- misvormden
- misvormden
- misvormden
v.t.t.
- ben misvormd
- bent misvormd
- is misvormd
- zijn misvormd
- zijn misvormd
- zijn misvormd
v.v.t.
- was misvormd
- was misvormd
- was misvormd
- waren misvormd
- waren misvormd
- waren misvormd
o.t.t.t.
- zal misvormen
- zult misvormen
- zal misvormen
- zullen misvormen
- zullen misvormen
- zullen misvormen
o.v.t.t.
- zou misvormen
- zou misvormen
- zou misvormen
- zouden misvormen
- zouden misvormen
- zouden misvormen
diversen
- misvorm!
- misvormt!
- misvormd
- misvormend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für misvormen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
défigurer | mismaken; misvormen; verminken | bederven; een andere vorm geven; in elkaar slaan; stukmaken; toetakelen; verbroddelen; verhaspelen; verklungelen; verknallen; verknoeien; verpesten; vervormen; verzieken |
déformer | mismaken; misvormen; verminken | een andere vorm geven; omvormen; reorganiseren; verdraaien; vertekenen; vervormen; woorden verdraaien |
mutiler | mismaken; misvormen; verminken | bederven; stukmaken; verbroddelen; verklungelen; verknallen; verknoeien; verpesten; verzieken |