Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für onschuldig (Niederländisch) ins Französisch

onschuldig:

onschuldig Adjektiv

  1. onschuldig (schuldloos; schuldeloos)
  2. onschuldig (rein; onbevlekt; vlekkeloos)
    innocent; immaculé; pur; intègre; chaste; propre; intact
  3. onschuldig (ongevaarlijk; onschadelijk; gevaarloos)
  4. onschuldig (maagdelijk; puur; zuiver; )
    vierge; innocent; pur; purement; pudiquement; propre; pudique; authentique; nature; virginal; chaste; intact; innocemment; chastement

Übersetzung Matrix für onschuldig:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
nature aard; geaardheid; gemoed; gemoedstoestand; geneigdheid; gezindheid; hang; inborst; inclinatie; inslag; karakter; karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit; mentaliteit; natuur; neiging; soort; stemming; ziel
vierge maagd
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
authentique kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver authentiek; echt; heus; onvermengd; onvervalst; oorspronkelijk; origineel; pure; puur; werkelijk; zuiver; zuivere
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
anodin gevaarloos; ongevaarlijk; onschadelijk; onschuldig verzachtend
chaste kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; vlekkeloos; zuiver eerbaar; gekuist; kuis; pure; zedig; zuivere
chastement kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver gekuist; kuis
immaculé onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos brandschoon; onbesmet; onbezoedeld; smetteloos; vlekkeloos
ingénu onschuldig; schuldeloos; schuldloos argeloos; eenvoudig; gemakkelijk; infantiel; kinderachtig; kinderlijk; licht; makkelijk; natuurlijk; naïef; niet moeilijk; ongedwongen; ongekunsteld; simpel
innocemment kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; schuldeloos; schuldloos; zuiver
innocent kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; schuldeloos; schuldloos; vlekkeloos; zuiver leeghoofdig; onbedorven; onbenullig; onnozel
inoffensif onschuldig; schuldeloos; schuldloos
inoffensive onschuldig; schuldeloos; schuldloos
intact kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; vlekkeloos; zuiver gaaf; heel; heelhuids; intact; koel; koud; maagdelijk; onaangebroken; onaangedaan; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onbedorven; onberoerd; onbeschadigd; onbewogen; ongebruikt; ongedeerd; ongekwetst; ongeopend; ongerept; ongeschonden; onverkort; onverzwakt; puur; schadeloos; virginaal; zuiver
intègre onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos braaf; cru; deugdzaam; echt; eerlijk; fideel; integer; lief; menens; onbedorven; onbesproken; ongeveinsd; onkreukbaar; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechttoe rechtaan; rechtvaardig; rondborstig; ronduit; trouwhartig; voorbeeldig; zoet
nature kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; pure; puur; virginaal; zuiver; zuivere
peu dangereuse gevaarloos; ongevaarlijk; onschadelijk; onschuldig
peu dangereux gevaarloos; ongevaarlijk; onschadelijk; onschuldig risicoloos
propre kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; vlekkeloos; zuiver beleefd; beschaafd; brandschoon; fatsoenlijk; gekuist; gemanierd; gereinigd; hygienisch; hygiënisch; karakteristiek; kenmerkend; keurig; kuis; net; netjes; proper; rein; schoon; smetteloos; tekenend; typerend; typisch; vlekkeloos; voorkomend; welgemanierd; wellevend; welopgevoed; zindelijk; zorgvuldig; zuiver
pudique kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver eerbaar; gekuist; kuis; zedig
pudiquement kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver gekuist; kuis
pur kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; vlekkeloos; zuiver brandschoon; echt; gaaf; gekuist; gewoonweg; klare; klinkklaar; koel; koud; kuis; maagdelijk; natuurlijk; onaangebroken; onaangedaan; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onbedorven; onberoerd; onbewogen; ongebruikt; ongedwongen; ongekunsteld; ongeopend; ongerept; onvermengd; onversneden; onvervalst; onverzwakt; pure; puur; rechttoe; smetteloos; virginaal; vlekkeloos; zuiver; zuivere
purement kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver echt; gaaf; gekuist; hygienisch; kuis; louter; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; onvervalst; puur; rein; schoon; virginaal; zuiver
vierge kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver blanco; gaaf; inhoudsloos; koel; koud; leeg; maagdelijk; onaangebroken; onaangedaan; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onberoerd; onbeschreven; onbewogen; ongebruikt; ongecultiveerd; ongeopend; ongerept; oningevuld; onontgonnen; onverzwakt; puur; virginaal; zuiver
virginal kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver gaaf; koel; koud; maagdelijk; onaangebroken; onaangedaan; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onberoerd; onbewogen; ongebruikt; ongeopend; ongerept; puur; virginaal; zuiver

Verwandte Wörter für "onschuldig":

  • onschuldige

Wiktionary Übersetzungen für onschuldig:

onschuldig
adjective
  1. Qui n’est pas coupable (1)
  2. Qui est pur, candide (2)

Cross Translation:
FromToVia
onschuldig inoffensif innocuous — inoffensive

Verwandte Übersetzungen für onschuldig