Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. aanstoot:
  2. aanstoten:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für aanstoot (Niederländisch) ins Französisch

aanstoot:

aanstoot [de ~ (m)] Nomen

  1. de aanstoot (irritatie; ergernis; misnoegen)
    l'irritation; le mécontentement; l'agacement; le déplaisir; la contrariété; le chiffonnement

Übersetzung Matrix für aanstoot:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
agacement aanstoot; ergernis; irritatie; misnoegen ergernis; geprikkeldheid; geraaktheid; hinder; irritatie; korzeligheid; lichtgeraaktheid; overlast; prikkelbaarheid; wrevel
chiffonnement aanstoot; ergernis; irritatie; misnoegen
contrariété aanstoot; ergernis; irritatie; misnoegen tegenwind
déplaisir aanstoot; ergernis; irritatie; misnoegen misnoegen; onaangenaamheid; onbehaaglijkheid; onbehagen; ongenoegen; onmin; ontevredenheid; onvrede
irritation aanstoot; ergernis; irritatie; misnoegen ergernis; geprikkeldheid; geraaktheid; irritatie; korzeligheid; kriebels; lichtgeraaktheid; prikkelbaarheid; prikkels; verontwaardiging; verstoordheid; wrevel
mécontentement aanstoot; ergernis; irritatie; misnoegen misnoegen; onaangenaamheid; onbehaaglijkheid; onbehagen; ongenoegen; onmin; ontevredenheid; ontstemming; onvrede

Wiktionary Übersetzungen für aanstoot:


aanstoot form of aanstoten:

aanstoten Verb (stoot aan, stootte aan, stootten aan, aangestoten)

  1. aanstoten
    pousser
    • pousser Verb (pousse, pousses, poussons, poussez, )

Konjugationen für aanstoten:

o.t.t.
  1. stoot aan
  2. stoot aan
  3. stoot aan
  4. stoten aan
  5. stoten aan
  6. stoten aan
o.v.t.
  1. stootte aan
  2. stootte aan
  3. stootte aan
  4. stootten aan
  5. stootten aan
  6. stootten aan
v.t.t.
  1. heb aangestoten
  2. hebt aangestoten
  3. heeft aangestoten
  4. hebben aangestoten
  5. hebben aangestoten
  6. hebben aangestoten
v.v.t.
  1. had aangestoten
  2. had aangestoten
  3. had aangestoten
  4. hadden aangestoten
  5. hadden aangestoten
  6. hadden aangestoten
o.t.t.t.
  1. zal aanstoten
  2. zult aanstoten
  3. zal aanstoten
  4. zullen aanstoten
  5. zullen aanstoten
  6. zullen aanstoten
o.v.t.t.
  1. zou aanstoten
  2. zou aanstoten
  3. zou aanstoten
  4. zouden aanstoten
  5. zouden aanstoten
  6. zouden aanstoten
diversen
  1. stoot aan!
  2. stoot aan!
  3. aangestoten
  4. aanstotende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

aanstoten [znw.] Nomen

  1. aanstoten (porren)
    la bourrade
  2. aanstoten (proosten)
    le cognement; le prosit

Übersetzung Matrix für aanstoten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bourrade aanstoten; porren opdoffer
cognement aanstoten; proosten bonk; bonkend geluid
prosit aanstoten; proosten
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
pousser aanstoten aandrijven; aandringen; aanduwen; aanhouden; aansporen; aanzwiepen; afschrikken; agiteren; bang maken; dringen; duwen; gedijen; gisten; groeien; groot worden; in beroering brengen; kiemen; omhoog schieten; omroeren; ontkiemen; ontspringen; ontspruiten; ontstaan uit; op iets aandringen; opdrijven; opdringen; opduwen; openstoten; opgroeien; opkrikken; oppoken; opschieten; opschroeven; opschuiven; opstoken; opwekken; plaats maken; prikkelen; roeren; schuiven; stimuleren; tieren; uit de grond schieten; uit de kiem te voorschijn komen; uitbotten; uitkomen; uitlopen; veel doen stijgen; verderhelpen; verplaatsen; verschrikken; verzetten; voortdrijven; voortduwen; voortjagen; voortkomen uit; voortschuiven; vooruitbrengen; vooruitduwen; vooruithelpen; wassen; wegjagen

Verwandte Übersetzungen für aanstoot