Niederländisch

Detailübersetzungen für ongemakkelijk (Niederländisch) ins Französisch

ongemakkelijk:

ongemakkelijk Adjektiv

  1. ongemakkelijk (moeilijk; zwaar; lastig; niet makkelijk)
    difficile; dur; compliqué; pénible; péniblement; embarrassant; écrasant; lourd; étreignant; délicat; difficilement; accablant; oppressant; critique; gênant; assommant; pressant; avec peine
  2. ongemakkelijk (opgelaten)
  3. ongemakkelijk (oncomfortabel; ongerieflijk)
  4. ongemakkelijk (hinder veroorzakend; lastig)

Übersetzung Matrix für ongemakkelijk:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
critique aanmerking; beoordeling; bespreking; boekbespreking; commentaar; criticus; kritiek; opmerking; recensent; recensie
dur aanhouder; doorzetter; taaie
importun hinderlijk persoon; lastpak; lastpost
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
accablant lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar
assommant lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar afgezaagd; eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend; stomvervelend; suf; vervelend
avec peine lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar
compliqué lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar complex; gecompliceerd; geestelijk verward; in de war; ingewikkeld; kritisch; moeilijk; ondersteboven; onoverzichtelijk; onthutst; problematisch; samengesteld; verward
critique lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar bedenkelijk; benard; benauwd; betwist; cruciaal; delicaat; dubieus; ernstig; essentieel; hachelijk; kardinaal; kritiek; kritisch; kwestieus; lastig; moeilijk; netelig; noodzakelijk; omstreden; onmisbaar; onontbeerlijk; onrustbarend; penibel; precair; problematisch; twijfelachtig; van levensbelang; verdacht; verontrustend; vitaal; voornaamst; wezenlijk; zorgelijk; zorgwekkend
difficile lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar benard; benauwd; bezwaarlijk; ernstig; hachelijk; inspannend; kritiek; kritisch; lastig; lastige; met bezwaren; moeilijk; penibel; pittig; problematisch; straf; veeleisend; zorgelijk; zorgwekkend
difficilement lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar kritisch; moeilijk; pittig; problematisch; straf
dur lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar barbaars; beestachtig; bikkelhard; bruut; fel; gestreng; glashard; hanig; hard; hardvochtig; ijzerhard; inhumaan; keihard; kritisch; moeilijk; monsterlijk; niet toegevend; onbarmhartig; ongenadig; onmenselijk; pezig; pinnig; pittig; problematisch; scherp; snibbig; staalhard; steenhard; straf; streng; vinnig; vlijmend; wreed; zeer hard; zenig
délicat lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar bedenkelijk; benard; benauwd; betwist; breekbaar; broos; delicaat; dubieus; elegant; ernstig; fijn; fijn van smaak; fijnbesnaard; fijngevoelig; fijntjes; fijnzinnig; fragiel; frèle; gracieus; hachelijk; heel mooi; heerlijk; hemels; iel; kieskeurig; kostelijk; kritiek; kwestieus; kwetsbaar; lastig; lekker; mager; met veel moeilijkheden gepaard gaan; netelig; omstreden; overheerlijk; penibel; precair; problematisch; reuzelekker; sierlijk; slap; smakelijk; spichtig; sprieterig; subtiel; teder; teer; teerbesnaard; teergevoelig; tenger; twijfelachtig; uitgelezen; verdacht; verfijnd; verrukkelijk; zalig; zorgelijk; zorgwekkend; zwak
embarrassant hinder veroorzakend; lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar benard; benauwd; ergerlijk; ernstig; gênant; hachelijk; hinderlijk; irritant; kritiek; lastig; lastige; met een groot gewicht; onaangenaam; onhandelbaar; onhanteerbaar; onprettig; penibel; storend; vervelend; zorgelijk; zorgwekkend; zwaar
embarrassé ongemakkelijk; opgelaten bedeesd; beschaamd; beschroomd; bleu; gegeneerd; krukkig; onbeholpen; onhandig; schroomvallig; schuchter; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; timide; verlegen
exigeant hinder veroorzakend; lastig; ongemakkelijk eisend; inspannend; kieskeurig; veeleisend
gênant hinder veroorzakend; lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar benard; benauwd; ergerlijk; ernstig; genant; gênant; hachelijk; hinderlijk; irritant; kritiek; lastig; lastige; niet schikkend; onaangenaam; onprettig; penibel; pijnlijk; storend; vervelend; zeer doend; zorgelijk; zorgwekkend
gêné oncomfortabel; ongemakkelijk; ongerieflijk bedeesd; beschroomd; bleu; gegeneerd; krap bij kas; onthand; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen
importun hinder veroorzakend; lastig; ongemakkelijk indringerig; lastig; niet schikkend; ongewenst; ongewild; onprettig; onwelkom; opdringerig; storend
inconfortable oncomfortabel; ongemakkelijk; ongerieflijk
inopportun hinder veroorzakend; lastig; ongemakkelijk gênant; hinderlijk; lastig; misplaatst; niet op het goede moment; niet schikkend; onaangenaam; ontijdig; storend
lourd lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar benauwd; broeierig; corpulent; dik; geladen; gezet; lijvig; lomp; machtig; met een groot gewicht; moeilijk verteerbaar; onelegant; opladen van een geweer; plomp; slecht verteerbaar; vet; vettig; zwaar; zwaarlijvig; zwoel
mal à propos hinder veroorzakend; lastig; ongemakkelijk niet op het goede moment; onbezonnen; ongewenst; ongewild; ontijdig; onwelkom; ten ontijde; voorbarig
oppressant lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar beklemmend; benauwd; benauwend; broeierig; zwoel
pressant lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar broodnodig; dringend; eng; hoognodig; klemmend; met een groot gewicht; met spoed; nauw; smal; smalletjes; spoedeisend; urgent; van geringe breedte; zwaar
pénible hinder veroorzakend; lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar benard; benauwd; bezwaarlijk; ernstig; genant; gênant; hachelijk; hinderlijk; kritiek; lastig; lastige; met bezwaren; niet schikkend; onaangenaam; penibel; pijnlijk; storend; zeer doend; zorgelijk; zorgwekkend
péniblement lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar
écrasant lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar loden; loodzwaar; met een groot gewicht; zwaar
étreignant lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar

Verwandte Wörter für "ongemakkelijk":

  • ongemakkelijkheid, ongemakkelijker, ongemakkelijkere, ongemakkelijkst, ongemakkelijkste

Wiktionary Übersetzungen für ongemakkelijk:

ongemakkelijk
adjective
  1. moeilijk, waar veel inspanning en moeite voor nodig is

Cross Translation:
FromToVia
ongemakkelijk embarrassant awkward — not easily managed or effected; embarrassing
ongemakkelijk inconvenant; pénible; dur; difficile inconvenient — not convenient
ongemakkelijk inconfortable uncomfortable — not comfortable