Übersicht
Niederländisch nach Französisch: mehr Daten
- transponeren:
-
Wiktionary:
- transponeren → transposer
Niederländisch
Detailübersetzungen für transponeren (Niederländisch) ins Französisch
transponeren:
-
transponeren (overzetten)
transférer; déplacer; muter-
transférer Verb (transfère, transfères, transférons, transférez, transfèrent, transférais, transférait, transférions, transfériez, transféraient, transférai, transféras, transféra, transférâmes, transférâtes, transférèrent, transférerai, transféreras, transférera, transférerons, transférerez, transféreront)
-
déplacer Verb (déplace, déplaces, déplaçons, déplacez, déplacent, déplaçais, déplaçait, déplacions, déplaciez, déplaçaient, déplaçai, déplaças, déplaça, déplaçâmes, déplaçâtes, déplacèrent, déplacerai, déplaceras, déplacera, déplacerons, déplacerez, déplaceront)
-
muter Verb (mute, mutes, mutons, mutez, mutent, mutais, mutait, mutions, mutiez, mutaient, mutai, mutas, muta, mutâmes, mutâtes, mutèrent, muterai, muteras, mutera, muterons, muterez, muteront)
-
-
transponeren
transposer-
transposer Verb (transpose, transposes, transposons, transposez, transposent, transposais, transposait, transposions, transposiez, transposaient, transposai, transposas, transposa, transposâmes, transposâtes, transposèrent, transposerai, transposeras, transposera, transposerons, transposerez, transposeront)
-
Konjugationen für transponeren:
o.t.t.
- transponeer
- transponeert
- transponeert
- transponeren
- transponeren
- transponeren
o.v.t.
- transponeerde
- transponeerde
- transponeerde
- transponeerden
- transponeerden
- transponeerden
v.t.t.
- heb getransponeerd
- hebt getransponeerd
- heeft getransponeerd
- hebben getransponeerd
- hebben getransponeerd
- hebben getransponeerd
v.v.t.
- had getransponeerd
- had getransponeerd
- had getransponeerd
- hadden getransponeerd
- hadden getransponeerd
- hadden getransponeerd
o.t.t.t.
- zal transponeren
- zult transponeren
- zal transponeren
- zullen transponeren
- zullen transponeren
- zullen transponeren
o.v.t.t.
- zou transponeren
- zou transponeren
- zou transponeren
- zouden transponeren
- zouden transponeren
- zouden transponeren
en verder
- ben getransponeerd
- bent getransponeerd
- is getransponeerd
- zijn getransponeerd
- zijn getransponeerd
- zijn getransponeerd
diversen
- transponeer!
- transponeert!
- getransponeerd
- transponerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für transponeren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
déplacer | overzetten; transponeren | disloqueren; iets verplaatsen; opschuiven; overplaatsen; plaats maken; roeren; standplaats veranderen; transporteren; verleggen; verplaatsen; verrijden; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten |
muter | overzetten; transponeren | |
transférer | overzetten; transponeren | anders boeken; deponeren; disloqueren; doorsturen; doorverbinden; overbrengen; overplaatsen; roeren; standplaats veranderen; storten; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten |
transposer | transponeren | anders boeken; disloqueren; roeren; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten |
Wiktionary Übersetzungen für transponeren:
transponeren
verb
transponeren
-
in een andere toonsoort overzetten
- transponeren → transposer
verb
-
changer de ton musical