Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. klef:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für klef (Niederländisch) ins Französisch

klef:

klef Adjektiv

  1. klef (plakkerig; kleverig)
    visqueux; collant; moite; gluant; poisseux

Übersetzung Matrix für klef:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
collant maillot; panty; pantykous; spanbroek; tricot
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
collant klef; kleverig; plakkerig aanhangend; klevend; opdringerig
gluant klef; kleverig; plakkerig lijmachtig; lijmerig
moite klef; kleverig; plakkerig kil; klam; koud en vochtig; nattig
poisseux klef; kleverig; plakkerig lijmachtig; lijmerig
visqueux klef; kleverig; plakkerig dik vloeibaar; dikvloeibaar; donker; dubieus; duister; flemerig; flikflooierig; glibberig; obscuur; onguur; slijmerig; slijmig; stroopachtig; stroperig; taai-vloeibaar; verdacht; viskeus

Verwandte Wörter für "klef":

  • klefheid

Wiktionary Übersetzungen für klef:


Cross Translation:
FromToVia
klef trempé soggy — soaked with liquid