Niederländisch

Detailübersetzungen für waarmerk (Niederländisch) ins Spanisch

waarmerk:

waarmerk [het ~] Nomen

  1. het waarmerk (kwaliteitsmerk)
    el sello; el sello de garantía

Übersetzung Matrix für waarmerk:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sello kwaliteitsmerk; waarmerk afdichting; eigenschap; herkenningsteken; inktstempel; karakterisering; karakteristiek; kenmerk; plakzegel; postzegel; stempel; typering; verzegeling; zegel; zegelafdruk
sello de garantía kwaliteitsmerk; waarmerk inktstempel; keur; stempel; waarborg; zegel

Verwandte Wörter für "waarmerk":


waarmerken:

waarmerken Verb (waarmerk, waarmerkt, waarmerkte, waarmerkten, gewaarmerkt)

  1. waarmerken (bekrachtigen; certificeren; bestempelen; merken)
  2. waarmerken (als gangbaar erkennen)

Konjugationen für waarmerken:

o.t.t.
  1. waarmerk
  2. waarmerkt
  3. waarmerkt
  4. waarmerken
  5. waarmerken
  6. waarmerken
o.v.t.
  1. waarmerkte
  2. waarmerkte
  3. waarmerkte
  4. waarmerkten
  5. waarmerkten
  6. waarmerkten
v.t.t.
  1. heb gewaarmerkt
  2. hebt gewaarmerkt
  3. heeft gewaarmerkt
  4. hebben gewaarmerkt
  5. hebben gewaarmerkt
  6. hebben gewaarmerkt
v.v.t.
  1. had gewaarmerkt
  2. had gewaarmerkt
  3. had gewaarmerkt
  4. hadden gewaarmerkt
  5. hadden gewaarmerkt
  6. hadden gewaarmerkt
o.t.t.t.
  1. zal waarmerken
  2. zult waarmerken
  3. zal waarmerken
  4. zullen waarmerken
  5. zullen waarmerken
  6. zullen waarmerken
o.v.t.t.
  1. zou waarmerken
  2. zou waarmerken
  3. zou waarmerken
  4. zouden waarmerken
  5. zouden waarmerken
  6. zouden waarmerken
diversen
  1. waarmerk!
  2. waarmerkt!
  3. gewaarmerkt
  4. waarmerkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

waarmerken [de ~] Nomen, Plural

  1. de waarmerken (ijkmerken; keurmerken)
    el sellos

Übersetzung Matrix für waarmerken:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sellos ijkmerken; keurmerken; waarmerken zegels
ver aankijken; aanschouwen; in de ogen kijken
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
acreditar bekrachtigen; bestempelen; certificeren; merken; waarmerken borg staan; crediteren; instaan; ratificeren
autenticar als gangbaar erkennen; waarmerken
legalizar als gangbaar erkennen; waarmerken legaliseren; toestemmen in
observar bekrachtigen; bestempelen; certificeren; merken; waarmerken aanblikken; aankijken; aanmerken; aanschouwen; aanzien; bekijken; bemerken; bespeuren; gadeslaan; gewaarworden; horen; in de gaten houden; in het oog houden; kijken; merken; observeren; onderscheiden; ontwaren; opletten; opmerken; schouwen; signaleren; staren; toekijken; toeschouwen; toezien; turen; voelen; waarnemen; zien
pegar un sello bekrachtigen; bestempelen; certificeren; merken; waarmerken
percatarse de bekrachtigen; bestempelen; certificeren; merken; waarmerken aanschouwen; bekijken; bemerken; gadeslaan; gewaarworden; in de gaten houden; in het oog houden; kijken; merken; observeren; onderscheiden; ontwaren; opletten; opmerken; signaleren; staren; te zien krijgen; toekijken; toezien; turen; waarnemen; zien
precintar bekrachtigen; bestempelen; certificeren; merken; waarmerken verzegelen
ratificar bekrachtigen; bestempelen; certificeren; merken; waarmerken ratificeren; toestemmen in
rubricar bekrachtigen; bestempelen; certificeren; merken; waarmerken aftekenen; contrasteren; paraferen; rubriceren
sellar bekrachtigen; bestempelen; certificeren; merken; waarmerken afstempelen; bezegelen; dichtdoen; dichtmaken; sluiten; stempel opdrukken; stempel zetten; stempelen; toedoen; toetrekken; van zegel voorzien; verzegelen
señalar bekrachtigen; bestempelen; certificeren; merken; waarmerken aanmerken; aanschouwen; bekijken; bemerken; berispen; gewaarworden; kijken; manen; merken; onderscheiden; onderstrepen; ontwaren; opmerken; seinen; signalen geven; signaleren; staren; terechtwijzen; turen; vermanen; waarnemen; waarschuwen; wijzen naar; zien
ver bekrachtigen; bestempelen; certificeren; merken; waarmerken aankijken; aanschouwen; bekijken; gadeslaan; gewaarworden; horen; kijken; merken; observeren; onderscheiden; ontwaren; opmerken; signaleren; staren; toeschouwen; turen; voelen; waarnemen; weergeven; zien

Verwandte Wörter für "waarmerken":