Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. voortlokken:


Niederländisch

Detailübersetzungen für voortlokken (Niederländisch) ins Spanisch

voortlokken:

voortlokken Verb (lok voort, lokt voort, lokte voort, lokten voort, voortgelokt)

  1. voortlokken (aanlokken; verleiden; lokken; )
    tentar; anudar

Konjugationen für voortlokken:

o.t.t.
  1. lok voort
  2. lokt voort
  3. lokt voort
  4. lokken voort
  5. lokken voort
  6. lokken voort
o.v.t.
  1. lokte voort
  2. lokte voort
  3. lokte voort
  4. lokten voort
  5. lokten voort
  6. lokten voort
v.t.t.
  1. heb voortgelokt
  2. hebt voortgelokt
  3. heeft voortgelokt
  4. hebben voortgelokt
  5. hebben voortgelokt
  6. hebben voortgelokt
v.v.t.
  1. had voortgelokt
  2. had voortgelokt
  3. had voortgelokt
  4. hadden voortgelokt
  5. hadden voortgelokt
  6. hadden voortgelokt
o.t.t.t.
  1. zal voortlokken
  2. zult voortlokken
  3. zal voortlokken
  4. zullen voortlokken
  5. zullen voortlokken
  6. zullen voortlokken
o.v.t.t.
  1. zou voortlokken
  2. zou voortlokken
  3. zou voortlokken
  4. zouden voortlokken
  5. zouden voortlokken
  6. zouden voortlokken
diversen
  1. lok voort!
  2. lokt voort!
  3. voortgelokt
  4. voortlokkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für voortlokken:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
anudar aanknopen; knopen
tentar lokken; verleiden
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
anudar aanlokken; lokken; meelokken; verleiden; verlokken; voortlokken; weglokken aan elkaar binden; aan elkaar knopen; dichtbinden; knopen; strikken; toebinden; vastknopen
tentar aanlokken; lokken; meelokken; verleiden; verlokken; voortlokken; weglokken aftasten; afvoelen; beproeven; gunst winnen; in verzoeking brengen; proberen; uitproberen; verleiden